Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
In het jaar 1798 is de kapel, toegewijd aan de H. Catharina, - deze was vanaf 1648 aan de gemeenschap van Ledeacker onttrokken - weer teruggegeven waarna een zelfstandige parochie werd gesticht en een pastoor benoemd.
In de periode 1648-1798 waren vele kerken in Noord-Brabant in beslag genomen door de Republiek der Verenigde Nederlanden, welke enkel de Protestantse godsdienst erkende. Door de inbeslagname van vele kerken in het katholieke Brabant en het verbod om de rooms-katholieke godsdienst uit te oefenen, trachtte men het protestantisme op te dringen. Zoals in vele plaatsen in Brabant was ook Ledeacker overwegend katholiek. Er werd een dominee aangesteld, een zekere Bernardus van Bouwhoven, maar zover bekend heeft hij hier niet gewoond en ook niet gefunctioneerd. Nadat in 1795 door toedoen van de Fransen de Bataafse Republiek was ontstaan, werd in 1798 vrijheid van godsdienst afgekondigd.
Het ‘Registrum Memorale' (hierna ook afgekort als R.M.), een boekwerk waarin allerlei notities door verschillende pastoors zijn opgetekend, is in het archief van de parochie bewaard gebleven. De omslag heeft als opschrift 'Registrum Memorale'. Dit werk is in 1852 aangelegd door Pastoor Antonius van Geffen, welke een aantal nog beschikbare gegevens vanaf 1798 hierin heeft opgetekend.
Zo staat op pagina 11 letterlijk opgeschreven:
Maandag 23 july 1798, vierde jaar der Bataafse vrijheid, is blijkens eene voorhande acte het kerkgebouw van het Ledeacker door het Roomsch Catholyk Kerkgenootschap ingevolge 6e additionele acte der Staatsregeling tot eensluidend gebruik voor de Roomsch Katholyke inwoners genaast, of liever deszelfs benaasting bij addres gevorderd en bekomen.
Verder is op pagina 7 opgetekend: (...) dat op 10 oktober 1798, door onvermoeiden ijver van Peter Toonen, Gerardus van de Weij, Benedictus Bardoul, Antoon Fimerius en Jan van de Logt, geholpen door Eerw. Hr. J. Kerstjens, deken district Cuijk, dit gehucht Ledeakker tot eene Parochie verheven is, en bijgevolg de kapel tot Parochiekerk. Gemelde verheffing is geschied op last van zijne Doorl Hoog Mgr. Johannes Baptist Robertus Baron van Velden, Bisschop van Ruremonde (Roermond), en die tegelijkertijd tot eerste Pastoor aanstelde Petrus van den Heuvel.
Door deze pastoor is op de binnenkant van de omslag in het eerste doopboek van de parochie het onderstaande gedichtje geschreven:
Ledeacker 1799.
Den 10 april Wel onthoud
is onze Pastory geboud
P. v.d. Heuvel, als Pastoor bekend
lei den eersten steen tot fondament.
Onder dit gedichtje van Pastoor v.d. Heuvel schrijft J. v.d. Vaart, vanaf 1917 pastoor van Ledeacker, het volgende rijmpje:
23 Maart 1918
J v.d. Vaart Pastoor Ledeacker
Dit oude huis
Was mij een kruis
Nieuw gebouwd
Wel onthoud.
Op pagina 27 van eerder genoemd Registrum Memorale is het volgende opgetekend:
1799. Behalve de nu te melden personen, die door speciale giften hebben bijgedragen, zowel bij de oprichting der Parochie als later, verdient te worden opgemerkt, dat volgens verklaring van Peter Toonen in 1818, al de inwoners van Ledeacker in de jaren 1798-1799 en 1800 ijverig hebben meegewerkt, om door hand- en spandienst, alsmede door het geven van hout en ander in hun bezit zijnde materialen, de kosten en herstel der Kapel, en van den opbouw van Pastoryhuis, schop en sacristie aanmerkelijk te verminderen en wel volgens zijne schatting ter waarde van 400 gld. alleen in hout, terwijl kalk en steenen samen bedroegen 10 gulden minder of 390 gld.
In 1799 giften van G. v.d. Weij, Egbert Aarts, Wouter Linderts, W. Bardoul, P. Otten en Michiel Willems, samen fl. 53,32
27-2-1800 was er een bijeenkomst voor kerkerekening onder leiding van Pastoor van den Heuvel 1799
Aanneming Pastory | 304,- |
dagloon en kostgeld | 480,- |
stenen en stro | 322,- |
ijzerwerk | 208,- |
hout | 52,- |
aanneming schop | 40,- |
misgewaad | 93,- |
voor het altaar | 52,- |
Samen | 1551,- |
Tussen 1805 en 1814 zijn geen aantekeningen gemaakt. Een verklaring hiervoor zou men kunnen zoeken in het feit dat Petrus v.d. Heuvel in 1804 naar Sambeek is vertrokken en dat toen vier pastoors, elk na een jaar in Ledeacker te zijn geweest, weer naar elders vertrokken.
Op 14 oktober 1804 is een verklaring aan de bisschop gezonden, ondertekend door 29 bewoners van Ledeacker. Hierin staan twaalf punten beschreven betreffende onderhoud en dergelijke, waarvoor genoemde ondertekenaars zouden instaan. Letterlijk overgenomen waren deze voorwaarden:
1. Jaarlijks 100 gulden.
2. Per communicant jaarlijks zes stuivers.
3. Op Paschen voor communiegeld per communicant 5 duyten.
4. Ieder die een boerderij groot 3 mergen en daarboven in gebruik heeft zal betalen tot Provit drie Spint rogge, minder of geen, van ieder huisgezin een half vat rogge.
5. Zolang het zielboek geen twintig gulden zal opbrengen, zal zulks tot die somma moeten gesupliceert worden.
6. leder bouuman zal jaarlijks, op tijd als de pastoor goedvind, bezorgen een kar goed stroomist.
7. Tegen Paschen zal den Pastoor een omgank van eieren hebben.
8. Van ieder melkkoe, welke in de maand october van ieder zal zijn, zal aan den Pastoor worden betaald 1 pond boter.
9. De Pastoor zal hebben vrije inwoning van het pastoriehuis, gebruik van turfschop, moeshof en een stuk nieuw erf, gedeeltelijk tot houtbosch aangelegd in de leeg heide onder Ledeacker gelegen.
10. Tarieven voor begraven groot lijk 10,-, maandstond 2,-, zingende mis 2,-, dopen 2,-, kraamvrouw 2, trouwen 5,-, erfjaargetijde 15,-, aflezen zielboek 6,-.
11. Jaarlijks vijfeneenhalf malder rogge waarvoor wekelijks een H. Mis.
12. Jaarlijks op Kermisse maandag een mis voor de weldoeners van de kerk.