Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Een paar jaar later begint de explosieve economische groei en als in 1906 de provinciale kentekens worden ingevoerd, is de auto een alledaags onderdeel geworden van het Eindhovense straatbeeld.
De allereerste auto in Eindhoven dateert van 1901. Toen werd rijkskenteken nummer 349 uitgegeven op naam van P.M.A. van der Velden. Die had de wagen aangeschaft bij de Nijmeegse autohandelaar Aertnijs. Helaas is het merk is onbekend.
Op 19 september 1902 vraagt Van der Velden een voorlopige vergunning aan voor een nieuw kenteken: nummer 873. Het betreft een Darracq 9 pk, met exact dezelfde afmetingen als zijn auto met kenteken 349. Mogelijk gaat het ook om dezelfde auto want kort nadien laat hij zijn kenteken 873 weer vervallen.
Als in 1906 de provinciale nummerborden worden ingevoerd, krijgt hij kenteken N-24, dat in 1924 wordt heruitgegeven, wederom op naam van P.M.A. van der Velden.
Over het persoonlijk leven van Van der Velden is niet veel bekend. Hij was commissaris bij de Eindhovensche Bankvereeniging, later bij de veel grotere Zuid-Nederlandsche Handelsbank die eind jaren twintig werd overgenomen door de Rotterdamse Bank die op haar beurt - maar dan zitten we al in de zestiger jaren - samen met de Amsterdamse bank fuseerde tot de bekende Amro-bank. Van der Velden zal toen niet meer hebben geleefd.
In 1903 vraagt Anton Philips een rijkskenteken aan voor zijn Darracq van 9 pk. Het wordt nummerbord 33. Net als zijn stadsgenoot Van der Velden kocht Anton de auto bij importeur Aertnijs in Nijmegen. Kennelijk was er geen geld voor een spiksplinternieuw exemplaar, het werd een tweedehandsje.
Een jaar later wordt er een andere auto aangeschaft, die krijgt hetzelfde kenteken 33. Type of merk zijn helaas niet bekend, maar het zal een betrouwbaar en comfortabel model zijn geweest, want de jonge Anton reed in die jaren erg veel; als verkoper was hij immers verantwoordelijk voor het binnenhalen van nieuwe orders, niet alleen in Nederland, maar ook uit België en het westen van Duitsland. Niet zonder succes zoals later zou blijken.
In 1906 krijgt Anton Philips provinciaal kenteken N-245. Als hij in 1915 directeur wordt van de fabriek groeit ook zijn particuliere wagenpark: in dat jaar krijgt hij twee nieuwe nummerborden N-2613 en N-2762. In 1918 komt daar kenteken N-3317 bij, in 1920 kenteken N-4786.