skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic

Een geëlektrificeerde rubberen kerststal

Mijn vader werd in 1954 door zijn werkgever, een te Gouda gevestigde assurantiemaatschappij, overgeplaatst naar Zuidoost Brabant. Er was daar, in die regio, heel veel te verzekeren.

Van Rotterdam naar Eindhoven

Het Klokgebouw van Philips in Strijp (foto: Robert de Greef, 2008. Bron: Wikimedia Commons. CC BY-SA 3.0)
Het Klokgebouw van Philips in Strijp (foto: Robert
de Greef, 2008. Bron: Wikimedia Commons. CC BY-SA 3.0)

Het agrarisch bedrijf daar was, onder druk van Den Haag, fluks aan het omschakelen van het traditionele gemengde klein bedrijf naar een grootschalig geïndustrialiseerde bodemnijverheid. Met dure machines, grote silo’s, enorme stallen en ongedachte opfoksnelheden voor biggen, kuikens, runderen. Vooral voor de intensieve varkenshouderij gold het gebied Peel- en Kempenland als een concentratiegebied voor gigantische ruilverkavelingen en her-allocatie van de landbouwpercelen ten behoeve van maïsbouw, aardappelen en korengewassen.

Een goudmijn voor de Hollandse verzekeringsmaatschappijen, die duchtig te ontginnen ware. Mijn vader gold als een handige man, die een Brabantse boer gerust wel kon bewegen om een blok massief schokbeton in een vengebied tegen brandschade te verzekeren. Dus die moest daarheen als inspecteur. Zijn vrouw wilde niet. Die bleef mokken, dat ze dan aan de barbaren overgeleverd was. Ze werkte flink tegen. Maar moest om der wille van de dagelijkse nooddruft uiteindelijk zwichten. Het gezin kwam in de wijk Strijp terecht. Die was nog grotendeels agrarisch. Maar er waren toch enorme fabriekscomplexen.

Waar lampen werden gemaakt en grote glazen voor verlichtingsarmaturen werden geblazen. En waar ook veel vernuftige elektronica werd vervaardigd op grote schaal. Deze twee expertises werden door de florerende firma op listige wijze gecombineerd, waaruit de meest fantastische eindproducten voortvloeiden. Hele kleine transistorradiootjes, maar ook huishoudelijke artikelen die deeg sloegen en rolden waar je bij stond. Vaak nog in een experimentele fase. Er kon dus veel misgaan, bijvoorbeeld via kortsluiting en zo, maar de firma sleet dat soort maaksels niettemin bij de vleet, vooral aan eigen personeel.

Een van lichtpunten voorziene rubberen stal van Bethlehem

Bakelieten Philishave (bron: Museum Rotterdam, objectnr. 63902-1-2. CC BY-SA 3.0)
Bakelieten Philishave (bron: Museum Rotterdam, objectnr. 63902-1-2.
CC BY-SA 3.0)

Toen het gezin-Strijards ten langen leste in de wijk Strijp te Eindhoven blijvend kwartier maakte aan de Zeelsterstraat, kocht vader een rubberen kerststal in de Philipswinkel. Ik licht dit toe. Dat is noodzakelijk. Deze enkelvoudige mededeling bevat voor experts twee ongerijmdheden. De winkel. Dat rubber. Mijn vader was onder meer inspecteur bij de Goudse Verzekeringsmaatschappij in vaste loondienst. Bij de genoemde winkel kon men alleen iets kopen als men personeel was bij de NV Philips. Heel Eindhoven was dat. Maar mijn vader natuurlijk weer niet. Onze kostwinner wist echter sluikwegen. Bij die winkel bood het elektronicaconcern goedkoop de nieuwste snufjes aan die het uit winstbejag massaal voortbracht op de internationale markten. Maar er waren artikelen bij, die nog proefondervindelijk op hun gebruiksbestendigheid en veiligheid moesten worden getest. Dat kon, zo had hogerhand kennelijk besloten, het best geschieden door eigen personeel. Daarachter zat een wat paternalistische houding die deze firma aannam tegen eigen loontrekkers, die zij beschouwde als een soort gezin onder de hoede van de Philipsdirectie als voogdijraad. Dat had iets verwarmends. Deze fabrikant had het goed met zijn onderhebbenden voor. Daar besteedde het veel tijd en geld aan. Maar die personeelsleden moesten dan, op basis van wederkerigheid, ook weleens fungeren als proefkonijn.

Rubber, dat was hét materiaal voor allerlei huishoudelijk gerief dat het in omloop bracht, ook al bleek achteraf dat het volstrekt ongeschikt was voor het bij het gerief behorende standaarddoel. Mijn vader kende natuurlijk weer een personeelslid dat bereid was via een samenweefsel van verdichtselen aankopen te doen in die winkel. Alleen het stalletje zelf was van hout. Maar de rest was van rubber: de figuurtjes, de kribbe, de twinkelende ster met de tekst “gloria in excelsis deo”, de hooibak, het sterrenfirmament. In de rubberlagen waren aansluitcontactjes aangebracht voor gekleurde elektrische lichtjes.

De op de geboortevoorstelling van de Alverlosser toegepaste elektronica

Philips bewoog zich aldus niet ééns zo ver van zijn ordinaire handelsdebiet. Achterin dat firmament, dat met druksluitingen in het achter paneel van het stalletje moest worden aangebracht, bungelde een grote bakelieten stekker. Het stonk alles sterk industrieel. Vooral, omdat de stekker met transformator vrij gauw heetliep. Dat gaf aan de voorstelling een eigenaardige chemische dimensie. Maar de figuurtjes waren prachtig. Ze waren uit mallen gestanst en hadden duidelijke lipnaden. Dat gaf aan de kameel die onverstoorbaar op hoge poten terzijde stond, met een hautaine blik in de handmatig aangebrachte ogen een zonderlings. Iets onaards.

Een kerststal (N.B. Niet de kerststal uit dit verhaal. Bron: website Gerard Strijards)
Een kerststal (N.B. Niet de kerststal uit dit verhaal. Bron: website Gerard Strijards)

Bij de herdertjes was dat euvel ook aanwezig, maar daar was de belijning der naden beter weggemoffeld in de kleding, waar een snelle hand de bijbehorende kleuren dik op had aangebracht in synthetische lagen. Bij het in golfkarton verpakte ensemble behoorde een plastiek zak. Ook, net als de figuren, met elastieken vastgebonden op de juiste plaatsen in het plateau.

Omdat, kennelijk, de productielijn weinig fiducie had gehad in het voorstellingsvermogen van de Eindhovense klanten waren bij de aangehechte bestanddelen kartonnetjes aangebracht met aanduidingen van de doelbestemmingen van deze elementen. “Herder”, stond er bij de herder. Er waren er meer. Dus was niet nagelaten een figuurtje met staf en hoed aan te duiden als “hoofdherder”.

De hiërarchie van de engelen was ook planmatig aldus aangeduid: “aartsengel”, “engel” en “zingende cherubijnen”. Bij Josef en Maria, de ezel en de os, het kribbetje, het Jezuskindje, de drie wijzen uit het oosten, de blijde dorpelingen, de knielengelen en ook het stro – dat zat in de zak en bleek uit groene plastic slierten te bestaan waarin ook wel bonbons destijds gevleid plachten te worden – waren de legenda specieus omschreven.

Een technisch verantwoorde geboorte geborgd

Bij deze rubberen geboorte, dat was duidelijk, was niets door het opperwezen aan enig toeval overgelaten. Dat hoorde ook niet bij het heilsplan dat een aanvang nam bij deze geboorte, dat had de zuster op school ook duidelijk aangegeven. Voor het devoot en aandachtig kinderoog dat dit rubberen vernuft nauwgezet overschouwde kwam duidelijk tot uitdrukking dat de lampenfirma dat plan bij de voorbrenging van dit rubberen mysterie ook zorgvuldig had willen volgen.

Wij hadden nog geen kerststal. In Rotterdam deed men daar niet aan. We hadden een voorstelling van een gipsen Heilige Familie over de Moerdijkbrug meegebracht, waarbij Maria en Joseph zich kommervol bogen over hun schreiend Goddelijk Wicht. Maar dít was beslist andere koek. Er waren heel wat rubberen figuranten aan verbonden die een soort oploop rondom de rubberen kribbe vormden. Waarvan sommigen een lampje torsten, mét de onvermijdelijke rubberen verbindingskabels. En er was ook een ster van Bethlehem met dezelfde aansluitingsmogelijkheden op het electriciteitsnetwerk. Het wierp voorwaar een geheel nieuw licht op het kerstgebeuren, dat zag ik zelfs in.

Een aanfloepend Heilsplan

Vader zette alles steunend in elkaar – hij lag op de knieën en was inmiddels behoorlijk corpulent geworden – en wrikte de stekker in het stopcontact achter het dressoir van Slavonisch eiken. En ja hoor. Het heilsplan floepte aan. De ster flikkerde zelfs. Dat bleek later aan kortsluiting te wijten te zijn, die niet doorzette. Maar dat wisten de kinderen-Strijards nog niet. Prachtig was het. Uit de kunst. Letterlijk.

Onbekende kinderen bij een kerstboom en kerststal (foto: Jan Stoop. Bron: BHIC, fotonummer DCVAR-000530)
Onbekende kinderen bij een kerstboom en kerststal (foto: Jan Stoop. Bron: BHIC, fotonummer DCVAR-000530)

Maar juist het overschone is vergankelijk. De combinatie van de stekker die snel warmliep en het rubber bleek nefast. De figuurtjes verschrompelden. Langzaam. Op kerstavond was er wel een wat eigenaardige mist rond het stalletje. Maar dat was juist echt. In Bethlehem was het immers winters koud geweest. Daar hoorde mist bij. Wasem van de velden. Waarin de herdertjes bij nachte lagen. U wéét wel. Zij hielden immers vol trouwe de wachte volgens de dienstregeling der openbaring.  Mijn vader trok, nadat wij onze adoratie hadden voltooid, de stekker uit het contact en deed hetzelfde met de gloednieuwe verlichting in de boom.

Elektriciteit kostte immers geld. Ook die verlichting leed aan het euvel dat bij de fitting bakeliet was gebezigd met rubberen afdichtingen. Kortom: de eerste die gruwzame vormen begon te krijgen was de kameel, die tegen de stalwand ineenzakte als een dronkaard in de ochtendstond. Niet aanstonds. Het duurde alles bij elkaar dagen. Maar op den duur was ook het Jezuskind een onherkenbare misgeboorte waarbij de moeder te veel softenon had gebruikt. Toch ondermijnde dat alles niet ons kinderlijk godsgeloof. Wij zagen Jezus zoals hij bedoeld was door de albeheerser. En bleven dat doen. Totdat de stekker natuurlijk de finale daverende kortsluiting veroorzaakte in de meterkast. Als het laatste oordeel. Maar ook dat had iets eschatologisch.

Reacties (1)

Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 21 december 2023 om 09:23
Bedankt voor dit vermakelijke verhaal, Gerard, en wat weet je het prachtig te verwoorden. Ik heb erg genoten van je bijdrage, dank daarvoor!

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.

Lees ook deze verhalen