
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Verbinding: Den Bosch- Vught |
Waterweg: het overstroomde gebied tussen Den Bosch en Vught |
Type veer: vrijvarend |
Niet alleen de natuur speelde hier een rol, ook de mens deed dat. Militaire noodzaak ging soms ten koste van goede verbindingen: zo werd in 1672 de weg tussen Den Bosch en fort Isabella afgegraven om de verdedigbaarheid van de vesting te verbeteren, kort voordat het Franse leger de Republiek binnenviel.
Of het overstroming was of bewuste inundatie, in feite werd de stad in die omstandigheden een eiland, aangewezen op bootjes voor contacten met de buitenwereld. Een van de veerdiensten met omliggende plaatsen die dan in werking traden, was de verbinding met Vught. Deze dienst werd onderhouden door een beperkt aantal schippers, die door het Bossche stadsbestuur werden benoemd.
Deze veerschippers voeren in eene gemeene beurs, wat zoveel wil zeggen als het in een gemeenschappelijke pot stoppen van de opbrengsten, die vervolgens elke avond eerlijk werden verdeeld.
Het veerreglement van 1735 schreef voor dat deze schippers in eigen persoon het veer moesten bemannen, samen met een betrouwbare knecht. Het bootje waarmee ze voeren moest hun eigendom zijn en uitgerust met mast, spriet, zeil, touwen, bomen, haken, riemen en wat verders daer toe nodig mag zyn.
Oorspronkelijk waren er twaalf schippers, maar vanaf 1790 telde de veerdienst er nog maar acht. Met de schippers van Deuteren was namelijk afgesproken dat die bij extreem hoog water met vier grotere schuiten zouden bijspringen. De schippers beschikten toen over vier zeilboten en vier roei- of boombootjes. Vanwege de geringe opbrengst hoefde niet elke schipper een knecht in te huren. Men mocht voortaan met twee bekwame schippers op één boot varen.
De tarieven waren afhankelijk van de afgelegde afstand en het weer. Een passagier betaalde vol tarief wanneer hij tussen de Vughterpoort (1) en Fort Sint-Antonie, ook wel aangeduid als de Kleine Schans (2), aan boord kwam.
Stapte hij in tussen de Kleine Schans en de Rode Brug van de Grote Schans (dat is Fort Isabella (3)), dan betaalde hij tweederde van het volle tarief.
Betrad hij het veer pas tussen Fort Isabella en herberg de Stokvis (4), dan kostte hem dat half tarief. Bij storm of ijsgang betaalde men dubbel tarief.