
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Heemkundekring D'Euzie uit Stekene mailde: huisdokter Verscheure woonde in de Stationstraat in Stekene en was getrouwd met Alfonsine Marie Huijghe, dochter van Francies Huijghe en Sophie Caroline de Jaeger uit St. Laureins. Naast dokter was hij ook mede-oprichter van sigarenfabriek De Smedt van het merk Caoba-Puntos.
De zoektocht begint binnen de elite van Eindhoven in 1903. Eindhoven was met 4.900 inwoners een industriestadje in opkomst, onder andere bekend om zijn sigarenindustrie. Niet voor niets werd Eindhoven 'la cité fumée' genoemd. De familie Philips startte hier in 1891 hun lampenfabriekje in de binnenstad.
En binnen deze elite is Sophie Julienne Leonie Huijghe gevonden, geboren op 28 januari 1867 te Sint-Laureins. Zij werd Julienne genoemd en in 1891 trouwde zij in Sint-Laureins met Theodorus Edmond Marie De Haes (1865-1949), linnenfabrikant, woonachtig in de Dommelstraat te Eindhoven. Het echtpaar kreeg vier kinderen: Marguerite (1892), Ignatius (1893) en de tweeling Edmond en Francois, geboren op 28 december 1899. In de Meierijsche Courant van 20 januari 1900 vraagt mevrouw De Haes in een advertentie om een 'nabaker', waarschijnlijk om de druk in het huishouden te verlichten.
Het gezin verhuist op een gegeven moment naar het Villapark, nummer 303. Er is niet opgetekend wanneer dat is geweest. Het fabrikantengeslacht De Haes heeft maar liefst drie huizen in de Parklaan.
En dan gaat het mis. Geestesziek, zeggen de nazaten. Wat hieraan ten grondslag heeft gelegen, is niet bekend. Een analyse van de patiëntendossiers van Voorburg geeft aan dat opname niet gelegen was in psychiatrische symptomen en afwijkend gedrag, maar dat de familie de overlast van de patiënt niet meer aankon.
Uit de dossiers komt duidelijk naar voren dat de familie hun verwant lang bleef verzorgen en in uiterste nood tot opname overging. En daarna was er voor betrokkene geen weg terug meer.
Julienne werd op 9 februari 1917 opgenomen in het Geneeskundig Gesticht Voorburg, Vught. Zij behoorde tot de elite van Eindhoven, dus zij zal een klasse 1 of klasse 2 verpleging hebben gekregen in de klassen-paviljoens.
In Voorburg kende men vier maatschappelijke standen, mannen en vrouwen werden streng gescheiden met daarbij een indeling in rustige, (half)onrustige en ‘razende’ patiënten. De elitaire vrouwen verbleven in villa Voorburg tegen een tarief van 1.000 gulden per jaar. Tegen betaling van 150 gulden extra kreeg men in een eigen zit- en slaapkamer en met nog eens 200 gulden extra had men de beschikking over een eigen verpleegster. Het aantal eersteklasse patiënten in 1924 bedroeg acht mannen en 18 vrouwen op een totale bevolking van 986 gestichtsbewoners. Slecht was het gesteld met de armlastige patiënten, zij sliepen in overvolle zalen en droegen uniforme gestichtskleding.
Tot 1925 beschikte men in Voorburg niet over elektriciteit. Behandeling van de patiënt bestond voornamelijk uit medicamenteuze therapie, zoals het toedienen van sedativa en narcotica. Ook shock- en baadtherapie werd hier toegepast voor onrustige patiënten.
In de psychiatrische inrichting was men dus niet op revalidatie ingesteld en werden mensen massaal gehospitaliseerd en afhankelijk van de inrichting gemaakt. Hoe makker de patiënten, hoe liever.
Op 25 mei 1940 stierf Sophie Julienne Leonie Huijghe. Zij was toen 74 jaar en had 23 jaar in het krankzinnigengesticht doorgebracht. Aangifte van overlijden - volgens akte van de Burgerlijke Stand - is gedaan door de portier, Theodorus van den Biggelaar. Gelukkig is haar de Tweede Wereldoorlog bespaard gebleven. Tijdens de oorlog waren veel patiënten van andere tehuizen in Voorburg ondergebracht. Het was er overvol en er was veel armoede.
Er is geen foto van Sophie Julienne Leonie Huijghe, geen bidprentje en het is onbekend waar zij begraven is. In vergetelheid geraakt, maar door haar ansichtkaart niet vergeten.