
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Een ouderwets gemengd boerenbedrijfje vergde een goede taakverdeling. Bij ons zorgde mijn moeder onder andere voor de kippen. Zij ging tegen het donker naar de kiepekooi om het hennegat te sluiten. “Tiet, tiet, tiet, tiet," riep mijn moeder dan om de laatste achterblijvers binnen te lokken. Overdag hadden onze kippen een enorme ruimte en vrijheid, omdat een lange manshoge beukenhaag onze gigantische achtertuin omzoomde. Wij hadden dus echt free range kippen. De meeste eieren werden ’s nachts in de kippenkooi gelegd, waar de kippen zich veilig voelden.
Regelmatig kwam een vrachtwagen voorrijden van eierhandel J.A. Baart uit Uden, waarmee mijn ouders een contract hadden. Ondanks dat er nu minstens zeventig jaren verstreken zijn sinds mijn moeder zorg droeg voor zo’n driehonderd kippen, zijn de prijzen die boeren voor hun eieren krijgen een miezerige 60 eurocent voor 10 eieren! Dat verklaart de schaalvergroting. Mijn ouders verkochten ook wel eieren aan de deur, waar ze begrijpelijk meer aan overhielden dan die ze leverden aan de eierhandelaar.
Een kip die ophield met eieren leggen solliciteerde al snel voor soepkip. Meestal was dat dan al ’n oud beestje. Met een vakkundige klap van zijn hiep ontdeed vader het arme beestje van de kop, plukte de kip kaal, verwijderde overbodige inhoud en leverde de kip panklaar af bij ons moeder. Wij vergrootten nog even onze anatomische kennis van de kippenpoot: als je aan de pees trok die doorliep van het kniegewricht naar de poot kon je de tenen laten bewegen. Op een laag vuur pruttelde de kip in alle rust tot het vlees bijna van haar botten viel. En zo eindigde dan het dienstbare leven van een Waaistapstraatkip uiteindelijk op onze soepborden.
Een mooi moment voor ons kinderen was de aanschaf pluizige beestjes in een soort hele grote pizzadoos bij ons bezorgd werden. Rondom de kachel werd dan een soort mini-ren gemaakt voor de kuikentjes, omdat ze de eerste acht weken nog warm gehouden moesten worden. We konden het niet laten om die vederlichte pluizenbolletjes op onze handen te zetten en heel zachtjes te aaien. De vertedering die wij, mensen, maar ook dieren voelen bij het zien en omgaan met hele jonge wezens is volgens mij universeel en essentiëel voor het voortbestaan van ons en de natuur. Toch vonden mijn ouders dat we niet zo moesten haffelen[i] met die kuikentjes.
Terug naar het territorium van de kippen. Het gebeurde wel eens dat de haan op luidruchtige wijze[ii] zijn zinnen had gezet op een frisse jonge chick. Hij nam een pluk veren achter de kop van zijn favoriete kip in zijn snavel, zodat ze niet meer weg kon en besprong haar. In opperste staat van opwinding drukte hij zijn cloaca tegen de hare en spoot zijn zaad de kip in om zijn genen door te geven. Zijn chick kon wel tien à twaalf bevruchte eieren leggen, waarvan het grootste deel haantjes waren. Drie keer raden waar die haantjes vroegtijdig terecht kwamen: in de pan natuurlijk. Mevrouw Kip die haar eieren uitbroedde en opvoedde heette vanaf nu Mevrouw Kloek. Het was dan wel interessant om die kloek met haar jonkies van nabij te volgen, maar zij was daar absoluut niet van gediend. Ze was zeer agressief: als je te dichtbij kwam, joeg ze je gewoon weg van haar kleintjes. Die kuikentjes kon je echt niet op je handen zetten om ze te aaien. No way!
Net zo min als in de mensenwereld was het In de kippensociety altijd pais en vree. Soms werd een kip gewoon door een aantal andere gepest om wat voor reden dan ook: te bruin, te wit, te mooi, te lelijk, whatever. Als daarbij eenmaal bloed vloeide was het hek van de dam. De hele meute stortte zich dan in de strijd, raakte zelf gewond en werd ook slachtoffer, net zo lang totdat alle kippen buiten zinnen raakten en vochten op leven en dood. Het lijkt me schokkend om hiervan getuige te zijn. Als de boer of boerin deze relschopperij op tijd opmerkte konden ze aluminium kippenbrilletjes op de snavels van de kippen plaatsen, zodat hun daardoor beperkte gezichtsvermogen hen verhinderde om collega’s aan te vallen. Ik heb een instructief filmpje op internet gevonden over dit heikele onderwerp.
Bron: Beeld en Geluid
Vossen en katers vormden een ander risico. Mijn vader is ooit midden in de nacht wakker geworden van de totale paniek in een hele kippenkooi. Hij erop af. Zat er een kater in de kooi die al een grote slachting had aangericht. “Hij was zo woest”, zei mijn moeder, “dat ie die kater met zijn blote handen vastgreep en keihard tegen de grond smeet.” Einde kater[ii].
En einde verhaal.
Klik hier voor meer verhalen van Cor Dekkers over het leven op de boerderij
[i] Het dialectwoord haffelen betekent steeds in de handen houden, aaien e.d. Een haffel is een handvol
[ii] De kater was dan wel hartstikke dood, maar mijn ouders bleven desondanks met een kater zitten