skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic

'Het was een soort uitdaging van de heterowereld'

Leo Hanegraaf (1952), geboren en getogen in Veghel, beleefde zijn 'coming-out' in de jaren zeventig. In café Spinnewiel, om precies te zijn, kwam hij voor zijn vrienden 'uit de kast'. Die wisten het allang en hadden er geen enkele moeite mee. ‘Maar voor mij was het natuurlijk belangrijk om dat zelf te zeggen’, vertelt hij. Die vrienden waren, net als hij, alternatief en maatschappijkritisch. Dit gold ook voor de krakersscene waarin hij zich later, als student in Den Bosch, begaf, maar als enige homo voelde hij zich daar toch eenzaam. Hieraan kwam een einde, toen hij op het spoor kwam van de ontluikende homobeweging in de stad. Zelf stond hij in deze jaren aan de wieg van de Bossche 'Flikkerradio'. Hieronder zijn herinneringen.


In de Sint-Janskathedraal in 's-Hertogenbosch vindt op 19 april 1987, eerste Paasdag, een protest plaats van practiserende homo`s tegen het beleid van bisschop Johannes Ter Schure. Het protest wordt geleid door Floris Michiels, die een roze driehoek draagt met de tekst: 'Practiserend homo en katholiek'. Op deze foto zien we een van de actievoerders bij de ingang van de kerk. (Foto: Felix Janssens. Bron: collectie Erfgoed 's-Hertogenbosch, nr. 0072800)

Aan de strafbaarstelling van homoseksueel gedrag was in 1971 dan wel een einde gekomen, dit gold zeker niet voor het discrimineren van homoseksuele mannen. Hun emancipatie moest nog zo'n beetje beginnen. Wel begon in Nederland, maar ook in andere landen (zoals in de Verenigde Staten sinds de Stonewall riots van 1969) een homorechtenbeweging vorm te krijgen - denk aan de strijd voor het recht om te mogen huwen en te adopteren.

'Jonge mensen gingen weg uit Veghel'

Vóór hij in Den Bosch in contact kwam met deze beweging, maakte Leo in Veghel deel uit van een hechte vriendengroep van alternatieve en maatschappijkritische jongeren. Met hun Werkgroep Gemeentepolitiek en eigen blad Spiegelschrift protesteerden ze geregeld tegen plannen van het lokale bestuur. 'Ik denk dat het vooral een uiting was van een soort ongenoegen tegen die autoritaire, traditionele politiek, die heel overheersend was in heel veel dorpen in Brabant', zegt Leo. 'Het college van B&W had veruit het meeste aanzien, en macht en invloed, en die hadden vooral heel veel overleg met het bedrijfsleven. (...) Het waren natuurlijk allemaal mannen die dan met elkaar overleg hadden. Het kwam ook heel erg voort uit die hele katholieke structuur waarin, ja, zeg maar, het idee van: wij weten wat we willen doen. Het idee van: wij weten wat goed voor jullie is. En dat wordt van bovenaf besloten.'

'En het was allemaal nog niet zo gearticuleerd, hè. Nu heb je actiegroepen die met wetenschappelijke onderzoeken zwaaien en Greenpeace was een van de eerste groepen die heel erg onderbouwde waarom zij hun bestaansrecht hadden. En wij waren gewoon, nou noem het maar... Het was meer bijna een intuïtief verzet tegen… Wij voelden op onze klompen aan, dat er heel veel niet klopte. Dat er autoritaire structuren waren waarin de meeste mensen geen inspraak hadden. Dat kerk, kapitaal en politiek heel erg samen bepaalden wat er gebeurde. En dat bewoners, burgers, er eigenlijk nauwelijks toe deden - was letterlijk het stemvee. En dat was bijna op elk onderwerp, of het nou ging over wonen, over werken, over werkloosheid, over vrouwen.'

'Waar we trouwens ook veel over geschreven hebben, is over de positie van Marokkaanse en Turkse inwoners van Veghel, over discriminatie, racisme. We merkten dat er een soort achterstelling was en slechte behuizing.' In Veghel had je DMV, Campina en Mars. Dat waren grote werkgevers. Er was een groot industrieterrein. 'Ja, en DMV, die zorgde ook voor de huisvesting van, volgens mij waren dat vooral Marokkaanse werknemers. En hun huisvesting was weer gekoppeld aan hun werk. Dus daar zat weer die dubbele afhankelijkheid, waar je nu heel vaak van hoort, van Poolse arbeiders die op die manier ook hun huisvesting verliezen als zij werk verliezen. Nou ja, een beetje dat systeem was toen al met Marokkaanse werknemers in Veghel.'

Niet helemaal thuis bij de krakers

In 1980 ging Leo voor het eerst naar Den Bosch. Hij vond er werk op het Jongeren Advies Centrum (JAC) en hield daar veel connecties aan over met mensen uit de kraakbeweging, waaronder die aan de Papenhulst. 'Kraken in Veghel is verder nooit echt een ding geworden', vertelt hij. 'Nee, daarvoor was het ook te veel een dorp, te klein. En er was ook geen hogeschool in Veghel. Veghel was een dorp waar mensen uit weggingen. Jonge mensen gingen weg uit Veghel. Die gingen naar Amsterdam of Eindhoven of Den Bosch of Tilburg.'

Hoewel de krakersscene in veel opzichten ruimdenkender was dan de wereld waarin Leo was opgegroeid, voelde hij zich als jonge homoseksuele man onder de krakers niet echt thuis. Vergeleken met Veghel was de sfeer er totaal anders. ‘Als je alleen al de voordeur open moest doen, nou dat was een geheimzinnig gedoe. Want, ja, de ME kon op de stoep staan, of een ‘stille’ [een agent in burger, als infiltrant], of weet ik wat, of een knokploeg. Dus je kon niet zomaar spontaan naar de voordeur lopen en die openen. Nee, dan moest er iemand met jou meelopen. (…) Ik ben daar na een half jaar weggegaan, een tijd terug in Veghel gewoond, omdat ik de sfeer zó grimmig vond. En er waren ook hele sterke groepsnormen. (…) Nou ja, dat ging over hoe je in een groep woont, en solidair bent met elkaar, en wat je wel en niet deelt met elkaar. En ik werd er echt knettergek van.’

Leo kon het in principe allemaal wel begrijpen, dat zo’n pand samen opgebouwd en opgeknapt moest worden. ‘Dat wilde ik ook wel mee doen, maar ik was een van de weinigen die een baan had op dat moment. Dus dat was al wat lastiger. En ja, en ik kwam uit Veghel, uit die vriendelijke sfeer, dus ik had ook de neiging om te denken van: wordt het nou allemaal niet te zwaar aangezet en te geheimzinnig gemaakt? Dus ja, ik paste niet in die harde kern van de kraakbeweging. Terwijl ik, zeg maar, in theorie, de analyse van hoe de wereld in elkaar zit en waarom kraken nodig is enzovoorts, die kon ik helemaal delen. Alleen de hardheid waarmee dat ging. Je had een harde kern. En een héle harde kern, die mee naar Amsterdam ging en daar ook mee ging matten en meppen, als de Groote Keijser, of weet ik wat, ontruimd werd. En die ook harde acties voerde toen met de paus.’ (Paus Johannes Paulus II bezocht in 1985 diverse plaatsen in Nederland.) Ook was er, vertelt Leo, een hele grote groep die bijvoorbeeld veel meer zag in een eigen winkeltje, of een drukkerij, of iets opzetten. En een groep, waar hij zelf bij hoorde, die het nodig vond dat er werd gekraakt; dat er iets aan huisvesting gedaan moest worden, omdat de overheid dat niet deed; dat daarover geschreven moest worden, en de steun van de bevolking gewonnen. ‘Maar ik hoorde gewoon echt niet bij die, bij die… die hards. Absoluut niet', aldus Leo.

De homobeweging: van COC tot Roze Driehoek

Dat Leo zich niet helemaal thuisvoelde in de kraakgroep, had ook te maken met zijn homoseksualiteit en het verlangen, mensen te ontmoeten met wie hij dit kon delen. In Veghel was hij er al voor uitgekomen dat hij homo is. Zijn vrienden daar wisten het allang en hadden er geen enkele moeite mee. ‘Maar voor mij was het natuurlijk belangrijk om dat zelf te zeggen’, vertelt hij. In Den Bosch, in de Paap, ontmoette hij wel een paar vrouwen waarmee hij goed kon opschieten. ‘En er waren een paar lesbische vrouwen die een relatie hadden en daar kon ik het allemaal ontzettend goed mee vinden’, vertelt hij. ‘Maar die mannen, ja dat waren echt die hards. Die hards, maar ook een beetje machosfeer. Ik voelde me er heel ongemakkelijk bij dus ja, dat was echt niet mijn wereld.'

Pas wat later kwam Leo in contact met de ontluikende homobeweging in de stad. Deze was van een heel andere orde dan de toen bloeiende vrouwenbeweging. 'De vrouwen ontwikkelden echt op een gegeven moment helemaal een eigen cultuur, los van de mannen', zegt Leo. 'Je had een vrouwenrestaurant, een vrouwenhuis, vrouwenopvang, eh, vrouwenverzetskamp. De vrouwen gingen zich steeds meer apart organiseren. Maar ja, de helft van de wereld bestaat uit vrouwen, dus dat is ook logisch, dat werd groter en breder… Dus die hadden ook veel meer banden, met allerlei vrouwen die helemaal niet bij de kraakbeweging of bij de actiewereld hoorden. Zoals homo's zich herkenden in het issue homoseksualiteit, zo herkenden vrouwen zich, heel veel vrouwen die niet in die actiewereld zaten, zich vooral in thema's die voor vrouwen relevant zijn. Zo was dat in Den Bosch ook, bij heel veel vrouwen. Dus die vrouwenbeweging was veel breder dan die homobeweging.'

Binnen de homobeweging waren er meer gematigde en radicale groepen. Leo voelde zich tot dat radicale wel aangetrokken, hoewel hij zich niet in alles kon vinden. 'Het merendeel van de homobeweging was vooral op het issue homoseksualiteit gericht. Emancipatorisch, zeg maar. (...) 'Ik voelde me vaak eenzaam in de kraagbeweging, omdat ik de enige homo was. En in de homobeweging voelde ik me soms eenzaam, omdat ik dacht van, ja, interesseren jullie je nou niet voor wat er in de rest van de wereld gebeurt? Of zien jullie niet dat dingen met elkaar samenhangen?' Aandacht voor de strijd tegen racisme is iets wat Leo bijvoorbeeld vaak miste in die kringen. Wat betreft ideeën over waar het met de maatschappij naartoe moest, voelde hij zich bijvoorbeeld meer thuis bij de kraakbeweging dan bij de meeste mensen van het COC. Het COC (de Nederlandse belangenorganisatie van homoseksuelen en andere lhbti'ers), vond hij erg gematigd, maar het was wel een club waar hij anderen kon ontmoeten. De mensen van het COC streden een belangrijke strijd, aldus Leo, maar op andere terreinen dan de homo-emancipatie vond hij ze vrij conservatief. Ze bleven volgens hem te veel binnen de gevestigde kaders, zoals door het accepteren van overheidssubsidie. Ook vond (en vindt) hij de homobeweging nog steeds een hele witte beweging.

Zelf zat Leo in een groepje met een wat meer radicale opvatting van homo-emancipatie. De Roze Pumps, zoals ze zichzelf noemden, wilde de heterowereld uitdagen. 'We wilden meer confronterend zijn. We hebben het over de jaren tachtig, bijna veertig jaar geleden. Ja, mannen die met pumps over straat liepen en vrouwenkleding en ja, en nou ja, we deden er alles aan om... Het was eigenlijk een soort uitdaging van de heterowereld zeg maar.' (...) 'Ik had een paar vrienden, waar ik het heel erg goed mee kon vinden, die dus ook in de kraakbeweging zaten. En daarmee gingen wij naar feesten van de Roze Driehoek in Eindhoven (een in 1978 opgerichte actiegroep, ontstaan uit onvrede over het COC). En dat was vergeleken met het COC heel erg radicaal. Die hadden bijvoorbeeld toen al de eerste discussies over transseksualiteit, mannen die een vrouw wilden worden. En wat dat allemaal met zich meebracht. En mannen, ja, heel erg norm doorbrekende… Die hadden acties, die gingen dan bijvoorbeeld met die groep mannen heel vrouwelijk uitgedost of anders uitgedost, bijvoorbeeld naar een beddenwinkel en dan gingen ze bedden uitproberen en foto's maken. Allerlei shockerende acties. Die maakten alles wat nog een beetje, toen nog, in het verborgene was… bijvoorbeeld SM-praktijken of weet ik wat, dat gooiden ze heel erg open. En ze hadden ook een eigen ontmoetingsplek, club Het Vagevuur in Eindhoven. "Alles wat god verboden had", zou de buitenwereld zeggen, vond daar plaats. Maar wij voelden ons als klein groepje uit Den Bosch heel erg verwant met die groep, omdat die allemaal een stap verder zetten.'

Flikkerradio en DoDo Drie Dus

Midden jaren tachtig richtte Leo met wat andere homoseksuele mannen in Den Bosch de Flikkerradio op. 'We noemden het geen mannenradio, want dat vonden we weer te soft. Of te saai.' Als groep sloten ze zich daarmee aan bij de in 1979 opgerichte Radio Vrij Den Bosch, een illegale FM zender die een alternatief geluid liet horen. Ook de Vrouwenradio en Radio Banzaï vielen daar bijvoorbeeld onder. De Flikkerradio was sterk ideologisch en behandelde onderwerpen die rechtstreeks te maken hadden met homoseksualiteit. 'Dat ging over 101 dingen. Cultuuruitingen, kleding, films, literatuur, anti-homogeweld, homostrijd en emancipatie. Als er op een school geen voorlichting werd gegeven over homoseksualiteit, of negatieve voorlichting, dan gingen wij dat uitgebreid uitzoeken en praten met de directeur en met de onderwijskrachten. Dus dat werd wel echt goed uitgezocht en uitgezonden.'


Artikel over de Flikkerradio (bron: Kleintje Muurkrant, 1984
/ collectie BHIC) - Klik om te vergroten

'Er waren ook wel contacten met het gematigde COC. En dat was op zich een best goede verhouding. En mensen van het COC luisterden ook naar de Flikkerradio, toen die er eenmaal een beetje aan gewend waren…'

De Flikkerradio ging na een paar jaar over in het programma DoDo Drie Dus. Dat was gemoedelijker, zachter, breder van opzet, minder ideologisch. Ook wat humoristischer, wat vrolijker. 'Toen hebben we de redactie ook verbreed. 'Het was niet heel ideologisch ofzo', vertelt Leo. 'Op een gegeven moment hebben we een stuk of drie, vier programma's gehad over dat iedereen wel een tik heeft. Dus als je bijvoorbeeld 's avonds, voor je in bed gaat, perse vindt dat dit kopje zo moet staan en niet zo. Dus ik denk dat dat het verschil was met andere radio, die heel persoonlijke onderwerpen. Het was niet eens zozeer dat het over mannen ging. Maar we hebben als groep mannen radio gemaakt over onderwerpen die heel dichtbij onszelf waren. Ik denk dat dat al een soort doorbreking was van die traditionele mannelijke norm. Dat het heel persoonlijk mocht zijn.'

Dit verhaal is gebaseerd op een interview met Leo Hanegraaf op 4 augustus 2022.

Bekijk ook

Queer Brabant

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.
Doe mee en vertel jouw verhaal!