Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Wij gaan proberen de verhalen achter al deze crashes te achterhalen met behulp van iedereen die ofwel zélf nog herinneringen heeft of de verhalen gehoord heeft van eerdere generaties. Soms is er al veel bekend, soms wat minder.
Tijdens de gevechten tegen de invallende Duitsers op 10 mei 1940 schoot een Nederlandse Fokker G-1, bemand door 1e Lt. Kuipers en Sgt. Venema, een Heinkel He-111 P van 5/KG 4 aan boven Alblasserdam. De Duitse bommenwerper keerde terug van een aanval op Waalhaven. Hij stortte uiteindelijk bij Rosmalen tussen de Striensestraat en Annenburg neer. De vierkoppige bemanning overleefde de crash, maar ze werden allemaal krijgsgevangen gemaakt.
Twee Duitse vliegers werden door het II-3 Regiment Infanterie overgenomen van de burgemeester van Rosmalen. Er was één zwaargewonde, Uffz. Hans Zitzmann, die overgebracht werd naar het missiehuis van de paters van Nuland. De resterende bemanningsleden werden naar Beesd afgevoerd: Uffz. Gotthold Klenk, Uffz. Willi Wiebke en Gfr. Rudolf Schlegel.*
Volgens informatie van Ruud Wildekamp werden de Duitsers van Beesd overgebracht naar Amsterdam, vanwaar zij op 13 mei met het s.s. Phrotis naar Engeland werden getransporteerd. De rest van de oorlog hebben zij in een krijgsgevangenkamp in Canada doorgebracht.
Op 7 augustus 1942 stortte om 02.55 een Vickers Wellington II van het 12 Squadron neer. Piloot was F/Sgt. Gilbert Carrington Keats (25). Het vliegtuig werd op de terugweg van een bombardementsmissie op Duisburg neergeschoten door een Duitse nachtjager. De bemanning bestond behalve uit vlieger Keats uit boordschutter Sgt. Bernard John Miller (21), bommenrichter P/O Harold Shaw, radiotelegrafist Sgt. Peter Macdougall Spence (27) en boordschutter Sgt. Douglas Ernest Williams (29). Ze kwamen allemaal om bij deze crash en liggen nu begraven op het oorlogskerkhof van Uden (graven 4 H 9-13).
De vijf gesneuvelden werden op 7 augustus 1942 aanvankelijk begraven op het “Engelse kerkhof” naast de St. Petruskerk (de pastorietuin) in Uden. In de herfst van 1946 werden ze overgebracht naar de huidige graflocaties. Miller, Spence en Williams werden pas in juni 1946 geïdentificeerd. (Met dank aan Toon Verbakel voor de gegevens).
Op 12 maart 1943 crashte na een luchtgevecht om 00.12 uur Uffz. W. Brombach op zo’n 2,5 kilometer ten oosten van Rosmalen bij de Nieuwendijk met zijn Dornier Do 217E-4 (werknummer 5486) van 6./KG 2. De waarnemer Uffz. Heinz-Günther Jendges (20) kwam daarbij om het leven. Hij werd begraven op het Duitse Ehrenfriedhof te Woensel-Eindhoven, graf HH 1-7; in april 1949 werd hij herbegraven op de Duitse militaire begraafplaats te Ysselsteyn, graf AA-3-52.
De andere drie, de piloot, de radiotelegrafist Uffz. M. Wittmann en de boordschutter Uffz. B. Schaaf, raakten weliswaar gewond, maar overleefden wel de crash (met dank aan Toon Verbakel voor de aanvullende gegevens). Het verzet was eerder bij het wrak dan de Duitsers en kon zo aan de revolvers van de bemanningsleden komen. Dat dachten we althans, totdat er zich iemand meldde.
Op 9 mei 2019 sprak ik namelijk met Ties van Grinsven (92) die als 16-jarige heel direct betrokken was bij wat er gebeurde. Hij en zijn oudere broer Jan waren wakker geworden van het lawaai in de lucht. Zij woonden in een boerderij aan de Striensestraat (niet ver van de Nieuwendijk). Ze renden naar buiten, de polder in, richting de plek waar ze het vliegtuig naar beneden hoorden komen. Elf boomtoppen had het vliegtuig afgeschoren bij zijn duik naar beneden. Toen de jongens bij de plek van het wrak kwamen zagen ze twee dode en een zwaargewonde Duitser liggen. (Die ene moet buiten bewustzijn geweest zijn, want volgens de officiële gegevens is er uiteindelijk maar één dode gevallen).
Ties en Jan ontdeden de Duitsers van hun koppel en verstopten de revolvers in een heg in de buurt. Intussen was ook oom Jan (van Creij) op de plek van de crash in het Zusterbos aangekomen. Hij verleende de gewonde Duitser eerste hulp. Diens onderbeen was er af en oom Jan bond het bloedende eind af, terwijl de Duitser maar bleef roepen Fester! Immer fester! De gewonde man is uiteindelijk op een ladder afgevoerd naar de familie Van Grunsven en vandaar naar het Groot Zieken Gasthuis in Den Bosch gebracht.
De jongens hebben de volgende dag de revolvers uit de heg gevist en op een kar onder allerlei troep naar huis meegenomen. Ties meent dat één exemplaar bij het verzet in Alphen terecht is gekomen, en een ander in Den Bosch. De derde revolver heeft hij zelf gehouden en na de oorlog bij de politie ingeleverd.
[Met dank aan Ronald van Grinsven voor de ingekleurde foto's van zijn vader Ties als 16-jarige (boven) en diens broer Jan (onder).]
Op 19 maart 1945 ten slotte stortte bij de Achterdijk-Kruisstraat een Spitfire XVI van het 322 (Nederlandse) Squadron neer. Deze jager werd gevlogen door F/Sgt. Saul David Lazarus (23), die bij deze crash omkwam. Hij werd eerst tijdelijk begraven op de begraafplaats van de hervormde gemeente te Orthen en later herbegraven op het Britse oorlogskerkhof in Bergen op Zoom (graf 13 B 4). Hoewel hij vloog bij het Nederlandse 322 squadron was Lazarus afkomstig uit Salford in Lancashire (in de buurt van Manchester). Hij was een zoon van Abraham en Fanny Lazarus.
Dankzij een artikel van Mike van Venrooij, getiteld "Vliegtuigcrashes in Nuland en omgeving" en verschenen in Spoorzoeker 29 (2016), afl. 1, p. 37, weten we dat het hier om een oefenvlucht ging. Spitfires van 322 squadron hadden de dag tevoren een spoorbrug bij Weesp aangevallen, maar geen enkele bom die ze hadden afgeworpen, had het doel geraakt. Daarom werd besloten om de volgende dag de jachtpiloten te trainen op duikvluchten en het afwerpen van bommen. Daarvoor was een oefenveld ingericht tussen Nuland en Lith.
Toen Lazarus zijn duikvlucht inzette, deed hij dat te steil, waardoor bij het afwerpen van de bom deze de propellerbladen raakte. Daarop explodeerde het toestel in de lucht.
* Gegevens ontleend aan een inventarisatie door Lkol. b.d. E.H. Brongers van in de Meidagen van 1940 neergeschoten Duitse vliegtuigen (2010), vriendelijk beschikbaar gesteld door Jan Jolie uit Oosterhout.