
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Wanneer m’n vrouw als jong meisje bezig was met wat groter handwerk, zei haar moeder “geef hier”! Zij kon dat gepruts niet aanzien. Moeder had graag voor schoollerares willen leren, doch vader zei: “dat is te hoog, jij gaat naaister worden” en er werd een kleermakersmachine gekocht. Zwart op wit staan de inkomsten uit de jaren ‘20 per maand vermeld van het zeven kinderen tellend gezin. Een bedrag van haar moeder fl. 0,90 - fl. 1,00 per maand, terwijl de ene broer die bij de Post werkte, fl. 20,00 per maand afdroeg en een andere, die bij het Spoor werkte, fl. 31,50.
![]() |
![]() |
De vervolgopleiding van m’n toekomstige echtgenote werd de MULO. Daar werd geen aandacht aan handwerk besteed. Op de Mater Amabilisschool zei de lerares: “ik ga jou niet alleen het vak leren.” De avond bracht m’n echtgenote door met breien, gezeten bij de gashaard. Ik genoot daarbij van het snelle tikken van de stalen breinaalden, dat gaf me een ontspannend gevoel. In de tijd van de tot staartjes gevlochten haren bundelde zij deze met zelfgemaakte en met paaseierenverf in de kleur van de kleding geverfde elastiekjes. En borduren, zoals het ABC van kinderspelen. Verder werden er talloze kleedjes gehaakt waarvoor zij na afloop voor de rondvormige een speciale opspantechniek bedacht. Zij was ook creatief met twee gobelins, daartoe geïnspireerd door bezoek aan buitenlandse musea waarbij we talloze soortgelijke handwerken zagen.
Enkele jaren geleden bezocht ik de tentoonstelling ‘Stik maar’ in het Museum Kempenland in Eindhoven over de textieltraditie. In het ’naaicafé’ werden bezoekers uitgenodigd achter de naaimachine plaats te nemen en hun naai- of borduurkunsten te tonen. Er heerste een gezellige sfeer en een lust om iedereen met naald en draad bezig te zien. Na afloop werden de gemaakte kunstwerkjes aan een wand van borduurgaas opgehangen, naast de aanwezige merklappen. Ik herinnerde me daarbij m’n kinderjaren, waarin moeke ons leerde een knoop terug aan de kleding te zetten. Nu noodgedwongen en niet vreemd zoals handdoekenlusjes vernieuwen (deze waren bij ons aan twee zijden aanwezig) en sokken stoppen.
Tijdens bivak in militaire dienst op de Lüneburger Heide van Duitsland repareerde ik mijn mouw met koperdraad, doch snel daarop ging de mouw aan de andere zijde stuk. Ook maakte ik zoals andere kamergenoten een sjaal met een punnikplank voorzien van spijkers.
![]() |
![]() |
De gobelinwerken lijken op afbeeldingen van Pieter de Hoogh en Pieter Janssens en stellen handwerkende of lezende dames voor. Want ook ook voor mijn vrouw goldt het spreekwoord: ‘een vrouwenhand en een paardentand staan niet stil’.