skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic

Hoog Bezoek: Veldwachter werd je niet voor het geld

Geurt Franzen
Geurt Franzen
vertelde op 23 augustus 2017
bijgewerkt op 17 december 2019
In Hoog Bezoek belicht De Gelderlander de periode 1895-1928 aan de hand van de werkbezoeken van commissaris van de Koningin Van Voorst tot Voorst. In samenwerking met het Brabants Historisch Informatie Centrum. Vandaag aflevering 19: slecht betaalde dienaren der wet.

Veldwachter Kleijn uit Sint Anthonis, c. 1915 (coll. BHIC)Als er één functionaris is die vaak wordt genoemd in de reisverslagen van de commissaris der Koningin, dan is het de veldwachter. Van Voorst tot Voorst, die zelf deze lokale politieambtenaren benoemde, trok zich het lot van de veldwachters zeer aan. Dat was hard nodig. Keer op keer moest hij er bij de zuinige gemeentebesturen op aandringen om die mannen een fatsoenlijk salaris te betalen. Op 11 augustus 1897, na zijn eerste bezoek aan Cuijk en Sint Agatha, noteert de commissaris: De beide veldwachters klaagden, dat hun de bijbaantjes verboden waren, en dat zij geen verhooging van tractement hadden gekregen. Toen de raad de veldwachtersjaarwedden niet wilde verhoogen, besloot de burgemeester om uit zijn eigen beurs ’s jaars f. 25,- aan iederen veldwachter te geven.

Met zo’n burgemeester konden de Cuijkse veldwachters, dat waren Cornelis Voorter en Theo Vogel, van geluk spreken. In de Cuijkse gemeenteraad werd vaak met minachting over hen gesproken. De veldwachters waren lui en deden hun werk niet goed, vonden de raadsleden. Telkens als de burgemeester probeerde de salarissen verhoogd te krijgen, kreeg hij nul op het rekest. In 1893 was het jaarsalaris vastgesteld op 300 gulden, plus wat extraatjes, en daar moesten de mannen het maar voor doen. 300 gulden in die tijd, stond gelijk aan een koopkracht anno 2017 van iets meer dan 4.000 euro. Nog in 1901 wordt een voorstel om het bedrag te verhogen tot 425 gulden afgewezen.

De gemeenteraden weigerden vaak ook een pensioen uit te keren aan veldwachters die vanwege hun leeftijd eigenlijk al hadden moeten stoppen. Cuijk weigert 150 gulden per jaar uit te betalen aan Voorter, die noodgedwongen door moet werken. De raad van Mill stuurt in 1908 de dan al 79-jarige C. Thijssens niet met pensioen want er is geen geld voor. De commissaris der Koningin vertikte het op zijn beurt om oude veldwachters te ontslaan als er geen gemeentelijk pensioentje werd uitgekeerd. Hij vond dat de overheid die oude mannen niet zonder inkomen op straat kon zetten. Het gevolg was dat er veel te oude veldwachters rondliepen.

De gevolgen werden onder meer duidelijk in Oeffelt. Na zijn bezoek op 15 maart 1905 schrijft de commissaris: Ik verleende audientie aan Th. Jansen. Hij klaagde over de baldadigheid van de Oeffeltsche jeugd. Het was zoo erg, dat de Pastoor op Zondag tot half twee de kerk moest sluiten, omdat de kinderen de vrouwen molesteerden, die den Kruisweg kwamen bidden, en dat de kinderen in de kerk zelfs hunne behoefte kwamen doen. (…). 

Collectebus voor noodlijdende veldwachtersDe Oeffeltse jeugd had geen enkel ontzag voor de 65-jarige veldwachter, Jacob Chardo. Pas in 1909, toen een jonge ex-marechaussee hem opvolgde, werd de baldadige jeugd weer in het gareel gedreven. 

Veldwachters probeerden hun schamele inkomen aan te vullen met bijbaantjes. Of kregen er ondankbare taakjes bij, zoals het innen van marktgelden. Dat maakte hen afhankelijk van dorpsbewoners en dat deed hun positie niet goed. In Oeffelt gaat rond de eeuwwisseling het verhaal dat de veldwachter heult met smokkelaars. Zijn collega uit Beers lijkt het dan al te hebben opgegeven: in plaats van dat hij dronken dorpsbewoners tot de orde roept, hangt hijzelf dagelijks aan de tap.

Foto's

Veldwachter Kleijn uit Sint Anthonis, c. 1915 (coll. BHIC, fotonr. ANTH0463)
Collectebus voor noodlijdende veldwachters

Dit verhaal verscheen eerder in dagblad De Gelderlander.

Bekijk hier alle verhalen in de serie Hoog Bezoek

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.
Doe mee en vertel jouw verhaal!