Kunstschilder Adriaan de la Rivière op de Leur

Adriaan de la Rivière woonde ruim een jaar op het huidige adres Lange Brugstraat 20 in Etten-Leur. Voor hem woonde er het schildersechtpaar Richard Bisschop en Suze Robertson. Waarschijnlijk door hen kwam Adriaan hier terecht. Alle drie hadden zij hun opleiding genoten op de Academie voor Beeldende Kunsten in Rotterdam.

Begin jaren '90 woonden ze alle drie in Den Haag. Ook exposeerden zij regelmatig samen op dezelfde tentoonstellingen. Zij moeten elkaar gekend hebben. Mogelijk heeft Adriaan nog enige weken bij het schildersechtpaar ingewoond want volgens het bevolkingsregister verlieten zij Etten-Leur pas op 18 juni 1898, twee weken nadat Adriaan de woning betrok.

De woning (Lange Brugstraat 20) was eigendom van Hendrik Dolk. Dolk was een vermogend zakenman. Hij was o.a. mede-eigenaar van de suikerfabriek op de Zwartenberg. Hendrik Dolk was, een jaar voor zijn dood, in 1898 voor de belasting de hoogstaangeslagene in Etten-Leur. Hij stond op de 76e plaats in Noord-Brabant. Ter vergelijking: S.C.J. Heerma van Voss stond op de 108e plaats. Dat Hendrik tot deze daad overging is niet zo verbazingwekkend wanneer men weet dat de familie Dolk in Leur bekend stond als vrijgevig, vooral aan de daar gevestigde Nederlandse Hervormde Kerk.

Hendrik, ook wel Hein genoemd, was een verdienstelijk amateurschilder. In het Heemkundig Streekmuseum Jan uten Houte te Etten-Leur hangt van hem een olieverfschilderij voorstellende de Nederlandse hervormde kerk van Etten met daarnaast de pastorie, waarin Vincent van Gogh nog gewoond heeft. Hendrik zelf woonde tot zijn dood in 1899 in het pand Lange Brugstraat 16. In 1875 kocht hij de woning op nummer 18, sloopte deze in de jaren tachtig en liet op deze plaats een kantoor aan zijn huis bouwen. Richard Bisschop en Suze Robertson en Adriaan de la Rivière waren dus zijn buren.

Adrianus Philippus (Adriaan) de la Rivière werd op 5 april 1857 in Rotterdam geboren. Hij genoot zijn opleiding aan de Academie voor Beeldende Kunsten Rotterdam. Later gaf hij hier les. Tussen 1894 en 1896 was hij bestuurslid van de Rotterdamse Kunstkring.

Adriaan was een getalenteerd schilder. Niet voor niets ontving hij 1897 van Koning Willem III de Koninklijke Subsidie. Het stelde hem in staat zich in München en Italië verder in het vak te bekwamen. Bij terugkomst schiep hij belangrijke werken die veel waardering oogstten. Hij maakte vooral olieverven en aquarellen, veel sterk verhalende genrestukken.

In zijn geboortestad Rotterdam werd hij vooral bekend door de talloze, door kunstkenners betwiste straattoneeltjes met een overvloed aan markante typetjes. Dit voor de handel gemaakte werk was echter nooit banaal of geesteloos. Hoogwaardige artistieke stukken wisselde hij af met mindere stukken. Adriaan de la Rivière overleed op 27 april 1941 in Rotterdam op 84-jarige leeftijd.