Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Neem bijvoorbeeld het Land van Cuijk en Ravenstein. Uit de weinige bewaard gebleven bronnen blijkt dat Kroatische troepen in dienst van de keizer hier in de jaren dertig van de zeventiende eeuw meedogenloos huishielden. Die bronnen spreken over dood en verwoesting, over grote ellende voor de plattelandsbevolking, die niet zelden op de vlucht sloeg, zoals bijvoorbeeld in Oeffelt het geval was.
Ook uit het Veghelse dodenboek uit die periode valt op te maken dat er veel vluchtelingen zijn geweest. Tussen 12 oktober en 9 november 1635 stierven er in Veghel 18 mensen, van wie maar liefst minstens 9 personen van buiten het dorp: 6 uit Uden, 1 uit Oeffelt, 1 uit Loon (Neer- of Overloon?) en 1 uit Bekerstaay bij Vierlingsbeek.
De reden voor dit grote ‘allochtone’ aandeel blijkt uit de eerste inschrijving: op 12 oktober 1635 stierf Elizabetha Joannis Adriani Leesten uit Uden hierheen gevlucht voor de zeer woeste en wrede oprukkende soldaten van de keizer. Net als de meeste anderen in deze periode overleed zij aan de gevolgen van buikloop.
Hoe vallen deze gegevens te rijmen met de aantekening in het Udense doopboek uit 1635 dat een grote groep Udenaren onder leiding van Joachim die Wilde eind oktober 1635 ‘den kerckhoff in gehouden’ heeft? Zoals we hierboven zagen was er al ruim voordat de Kroaten op 25 oktober in Volkel huishielden en daarna het vizier op Uden richtten, een grote vluchtelingenstroom uit het Udense op gang gekomen.
Een groep weerbare mannen bleef in het dorp achter en slaagde erin de Udense kerk het lot van de Volkelse kapel te besparen: het godshuis bleef onbeschadigd. En dat was voor de pastoor begrijpelijkerwijs het belangrijkste, dat feit noteerde hij. Maar wat het lot van de rest van het dorp was? Daarover zwijgt de Udense zielenherder. Hoe de vluchtelingen die vanaf november 1635 weer huiswaarts keerden, hun woonsteden aantroffen? We weten het niet, maar de kans is groot dat er heel wat op te ruimen en te herstellen viel.