Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
In de goeikamer hing luxere verlichting met een melkachtige, porseleinen kap, in hoogte verstelbaar. M’n broer kwam met de lamp op de foto aandragen. Voor mij een uitdaging om hem te restaureren. De roestige kap schilderde ik aan de bovenzijde groen, zoals de vroegere, groen geëmailleerde kappen. De 70 centimeter hoge lamp werd nauwelijks gebruikt tijdens de (zomer)maanden dat we den herd bewoonden: men stond bij dageraad op en ging naar bed wanneer het donker werd.
Op de regelknop voor de katoen stond de merknaam: Augusta Brenner. Voor informatie reisde ik per trein naar Leeuwarden. Aan de Westerplantage is de ijzerwarenzaak van Auke Rauwerda, met zelfs een showroom van olielampen.
Auke begon in 1932 een winkel met klompen en schoonmaakartikelen, later links en rechts uitgebreid met de aangrenzende panden. Het deed me qua inrichting denken aan m’n kinderjaren wanneer we door vader naar een ijzerwarenzaak werden gestuurd en aan zaken zoals we die later ook in Franrijk aantroffen: artikelen per stuk.
Het leek wel een museum! Uitgesleten trapjes, krakende houten vloeren en het personeel wist precies in welk kamertje of hoekje het gevraagde artikel opgeslagen lag.
Het ontbrekende onderdeel voor de petroleumlamp, het ‘tafeltje’ of vlamverdeler, was zoals vele onderdelen op voorraad. Ik ontdekte een naambordje in het Fries voor thuis op de toiletdeur: ‘Húske’; ongeveer zoals het Ujes. Wat jammer dat de winkel gaat sluiten!
In Uden zag ik in de jaren veertig nog een spoorwegman ’s avonds op de fiets, die de seinpaal beklom om een brandende olielantaarn te plaatsen. In het dorp hadden we vroeger de lantaarnaanstekers, in de kerk was er de koster voor de kaarsen. In Brabant werd petroleum brom- of bronolie genoemd, nu kiezen we “reukloze lampenolie”. Bij het aansteken bemerkte ik het doel van het lampenglas.
Ook tijdens het kamperen was de petroleumlamp onze verlichting. M’n schoonvader had iets staan, waarvan ik dacht dat het petroleum was, en ik nam daar wat van mee. M’n echtgenote kreeg het in de tent wel heel benauwd, achteraf bleek ik terpentine te hebben gepakt; het had dezelfde geur!
Later gebruikten we de lamp als vochtverdrijver, vocht maak je koud. Voor verlichting gebruikten we de accustroom van de auto, voor het koken de primus, een petroleumvergasser van BAT.
De meeste gezinnen beschikten over een petroleumstelletje, op zaterdag stond urenlang ergens in een achterkeukentje het bouillonvlees te trekken. Bij ons ontbrak zo’n kooktoestel, wij hadden alleen vlees van òns vèrke.
In de Godslamp van de katholieke kerk stopt men tegenwoordig in plaats van de prijzige olie een noveenkaars in de lamp, aan drie kettingen opgehangen in de directe omgeving van het Tabernakel.
Op Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Paaszaterdag is het tabernakel leeg, het Sacrament afwezig, de deurtjes staan open en de rood uitstralende lamp gedoofd.
Petroleum was ooit een veel gebruikt artikel, waar tegenwoordig weinig vraag meer naar is.