Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Bunt (pijpenstrootje) is een grassoort die voornamelijk op de heidevelden groeit. Door het tekort aan kokosvezels voor bezems werden in de Tweede Wereldoorlog de wortels van bunt als alternatief genomen, de mannen kregen de naam Buntsteker.
Met de fiets trokken ze eropaf, een grote juten zak, een oud broodmes en een buntpin. Deze pin bestond uit een metalen buis, wat dikker dan een bezemsteel en ongeveer 1,70 meter lang. Aan de ene kant zat een stalen pen van ca. 25 cm klemvast in de buis bevestigd, aan de onderkant was die spits.
Op het veld aangekomen werd er een stukje hout vlak naast de buntpol gelegd, dat hout is te vergelijken met je bovenarm. De buntsteker stak de stalen pin met een krachtige slag onder de Bunt pol en wrikte de pol omhoog; zodra die vrij was werden de “spieren” halmen er afgesneden. Had de man voldoende pollen verzameld, dan werd in een sloot het meeste zand van de wortels gespoeld, daarna reed hij huiswaarts met die grote zak vol wortels. Deze bezigheid besloeg meestal een hele middag. De meeste fietsen hadden Anti-plof-banden en werden aangeduid als Buntfiets.
Thuis aangekomen werden de wortelpollen nog eens extra gewassen, de wortels werden van de kern los gesneden en te drogen gehangen onder een afdak of in een schuur.
Na droogtijd werden er bezems van gemaakt. In een plankje met de grootte van de huidige bezems werd in het midden een groot gat geboord, waar later de steel in paste. Verder werden er kleine gaatjes in geboord van ca. 7-8 mm, in rijen langs elkaar.
Men nam een klein bosje wortels, ongeveer zo dik als een pink. Dat werd dubbelgevouwen, een koperdraad uit een oude fietsdynamo of transformator werd dubbel door zo’n gat gestoken, in de lus werd het bosje wortels gelegd en dan trok men dit met de koperdraad tot in het plankje, tot het met de bovenkant gelijk zat. Na gereedkomen werd er aan de bovenkant een dun plankje op gespijkerd, de wortels werden aan de onderkant enigszins gelijk geknipt en dan was de bezem klaar voor eigen gebruik of verkoop aan stadse mensen die niet over zulke mogelijkheden beschikten. Ook was het een geschikt ruilartikel.
Uiteraard waren ze niet vergelijkbaar met kokosbezems, gezien de buntbezem sneller sleet. Maar er waren niet veel andere mogelijkheden.
Uit het geheugen van
Martien v. Dooren
Meer verhalen van Martien over allerlei gebruiken in de Tweede Wereldoorlog?