
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Ondanks alle naspeuringen werd Kees niet gevonden en werd zijn dochter, die in Canada woonde, ingeseind dat hij verdwenen was zonder een spoor achter te laten.
Wij zijn inmiddels vijf jaar verder. In de stad is men de verdwijning van Kees nog steeds niet vergeten. Geruchten wijzen op een bezoek aan een pand in de Lievevrouwestraat nummer 19. In het pand woonde de familie G. Hij was wachtmeester bij de politie en zij verkocht rookartikelen. Bij haar kocht de Zeeuw regelmatig zijn pijptabak. De wachtmeester was inmiddels overleden en ook het dochtertje van de familie was al vroegtijdig heen gegaan.
Het pand was in kader van het onderzoek naar de verdwijning van Kees al eens onderzocht, maar geen enkele aanwijzing wees op de verdwijning. Totdat...
De weduwe G ging in 1951 verhuizen naar Zierikzee, omdat zij daar een nieuwe man had leren kennen. Nu zwellen de geruchten weer aan dat zij mogelijk toch iets met de verdwijning te maken zou hebben. Het pand wordt een tweede maal diepgaand onderzocht, maar vooralsnog worden geen aanwijzingen gevonden.
Uiteindelijk worden ook de tuin en de beerput in het onderzoek betrokken en in de beerput werd een vreselijke ontdekking gedaan. Bij het leeghalen van de put werden menselijke resten aangetroffen en die bleken na forensisch onderzoek te behoren aan Kees Schreurs. Terstond werd de weduwe in Zierikzee van haar bed gelicht en gearresteerd.
In een uitermate streng verhoor vertelde zij dat het gevonden lichaam inderdaad van Kees Schreurs was. Zij bekende hem te hebben gedood met een gummiknuppel van haar man op de dag dat hij jarig was. Hij was gevraagd om zijn uitgeleende spullen te komen ophalen en tevens een paar nieuwe schoenen te komen passen. De weduwe had van hem een van zijn pakken geleend voor een voordracht en ook nog eens 100 gulden. Het terugbezorgen van het geld en de kleding duurde Kees te lang en hij zou haar gedreigd hebben het aan haar man te vertellen. Dat wilde zij voorkomen.
Tijdens het passen van de schoenen, terwijl hij gebukt stond, had zij hem met de gummiknuppel een slag in de nek gegeven, waardoor hij dood op de grond belandde. Samen met haar onder druk staande man, had zij het lichaam eerst in een kast gelegd en later in de beerput gedropt. De kleding was verbrand.
Nee dit was geen schone zaak. Later verklaarde zij dat de wachtmeester de schuldige was, maar die had die dag dienst op het kantoor en dus was die verklaring niet juist. Opvallend was dat zowel de wachtmeester ( al 6 weken later) als het dochtertje vroegtijdig en onder verdachte omstandigheden zijn overleden. Opgraving van de lichamen mocht uiteindelijk wel maar leverde niets op dat mogelijjk een aanwijzing zou zijn tot hun vroegtijdige dood. De lichamen waren al in een te vergaande staat van ontbinding.
Op het proces werd duidelijk dat zij alle schuld van zich af trachtte te schuiven. Uit een gesprek tussen haar en een oude celmaat kwam naar voren dat zij ook een aandeel in de dood van beide huisgenoten had gehad. Regelmatig trok de weduwe haar verklaringen in en “verzon” nieuwe mogelijkheden. Zij maakt zich daarmee behoorlijk ongeloofwaardig bij het Hof. Zij kwam zelfs met de opmerking dat zij een verhouding had met de overledene en dat zij bang was dat haar man daar achter zou komen. Ook het tijdstip van ca 11.00 uur werd door de verdediging aangevallen.
Maar zeker was dat het dochtertje de oude man in het gesticht opzocht rond half elf om hem uit te nodigen naar de Lievevrouwestraat te komen. In maart 1952 werd tegen de weduwe als eerste een gevangenisstraf van 10 jaar geëist. Nadat de eerder genoemde oude celmaat een getuigenis had afgelegd werd de zaak voor onbepaalde tijd verdaagd. Pas in november 1952 werd de uiteindelijke strafeis vastgesteld en werd de weduwe tot 15 jaar gevangenis veroordeeld.