skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic

'Er werd een beweging op gang gezet die niet meer te stoppen was'

Het is 1969. Nog geen week is Marcel Rensen (1949) student aan de Sociale Academie Markendaal in Breda, of de boel gaat op slot. 'Marxendaal', corrigeert hij met een lach. Na de studentenrevolte in Parijs in mei 1968 begint nu ook hier de opstand. 'Alle muren waren volgekalkt: "Sociaal is radicaal". Dus ja, daar begon mijn kennismaking met de revolutie. Althans, met het radicaliseren van de studenten.' Hieronder een greep uit zijn herinneringen aan deze roerige tijd.


Marcel Rensen met het door drukkerij Salsedo gemaakte boek
Breda na 750 jaar, 4 april 2002 (foto: BN De Stem, Johan van Gurp.
Bron: collectie Stadsarchief Breda, nr. JVG20020404014)

Late roeping

Marcel wordt geboren in Amsterdam, maar verhuist al na een paar maanden naar Hilversum, waar hij zijn Mulo-B diploma haalt. Daarna kiest hij ervoor om missionaris te worden. Net als zijn oom, die daar prachtige verhalen over kan vertellen. 'Mijn moeder begreep er helemaal niets van. "Je hebt een leuke vriendin, je hebt een bandje, waarom ga je nou in godsnaam priester worden?", vertelt hij. 'Iedereen denkt altijd: ach, gestimuleerd door de ouders… Maar mijn moeder was veel rationeler.' Marcel besluit om naar De Kibo te gaan, in Hattem. Een centrum voor mensen met 'late roeping' onder leiding van de Paters van de Heilige Geest. Hij studeert daarna verder aan het Theologisch Instituut in Eindhoven. Dit vindt hij echter helemaal niks. 'Wat staat die studie ver weg van de praktijk, van alles. Als ik mijn oom hoorde in de missie, dan dacht ik: Ja! Dat gaat over hele andere dingen. Dat gaat niet over hoe je theologische of filosofische dingen interpreteert. Dat gaat over arm en rijk, over hoe mensen moeten overleven.' Het is inmiddels 1968 en terwijl de studie theologie naar Marcels mening te ver verwijderd blijft van wat in de maatschappij speelt, gaat de wereld erbuiten op de schop. In 1969, het jaar waarin Huub Oosterhuis (toen een van Marcels voorbeelden) om zijn progressieve opvattingen over het celibaat uit de jezuïtenorde wordt gezet, besluit Marcel om te stoppen met theologie en verder te studeren aan de Sociale Academie in Breda.

Marxendaal

Na de Karl Marx Universiteit in Tilburg en de Maagdenhuisbezetting in Amsterdam begint in de jaren zeventig ook in Markendaal de revolutie, in gang gezet door tweede- en derdejaarsstudenten en overgenomen door de circa 800 leerlingen van de academie. Zo'n 40 studenten van met name de opleiding sociaal-cultureel werk, waar ook Marcel zich voor heeft aangemeld, vormen een 'Frontgroep' in de strijd om democratisering van het onderwijs. Ze zijn vóór medebeheer en projectonderwijs en tegen het systeem van lessen, klassen en afdelingen. De 'Markendaal revolutie' zou bijna zeven jaar duren. Veel studenten, over het algemeen afkomstig uit keurige milieus en katholiek opgevoed, stappen af van de denkbeelden waarmee zij zijn grootgebracht en omarmen nieuwe, alles omvattende systemen zoals het marxisme. Het is een ludieke tijd, van 'vrolijke wanorde', van anarchie en van solidariteit. Maar ook een tijd van heftige onderlinge discussie. Concessies van de directie gaan de meest radicale studenten niet ver genoeg. En tussen aanhangers van de oude stijl CPN en de KEN(ml) (Kommunistiese Eenheidsbeweging Nederland (marxisties-leninisties)) wil het, op zijn zachtst gezegd, niet boteren.

Voor Marcel is het allemaal een aangename verrassing. 'Ik denk dat ik nog niet eens precies wist, wat ik wilde worden. Ik wilde maatschappelijk werker of sociaal-cultureel werker worden. Ik wist het onderscheid toen niet. Uiteindelijk ben ik sociaal-cultuur werker geworden. En dat was ook wel het meest linkse gedeelte, het meest revolutionaire gedeelte van die academie. Maatschappelijk werk was wat liever. En personeelswerk was wat rechtser.' Als derdejaarsstudent loopt Marcel stage bij Toneelwerkgroep Proloog in Eindhoven. Wat hij verdient met voorstellingen gebruikt hij om zijn studie te bekostigen.


Markendaal bezet, 8 mei 1974 (foto: BN De Stem / Johan van Gurp. Bron: collectie Stadsarchief Breda, nr. JVG19740508021)



Vergadering van 'kameraden' tijdens de bezetting in 1974 (foto: BN De Stem / Johan van Gurp. Bron: collectie Stadsarchief Breda, nr. JVG19740507049)

Vrije jongens

Marcel hoort in deze jaren bij, wat hij noemt, de 'vrije jongens'. 'Wij maakten wel kennis met activisten, maar dat was eigenlijk vanaf dat moment pas in opkomst.' Ook buiten de academie is er in Breda in de jaren zeventig (en tachtig) op maatschappelijk vlak van alles aan de hand. Een derde wereldbeweging, milieubeweging, vrouwenbeweging, kraakbeweging, vredesbeweging... 'We liepen een beetje mee', vertelt hij. 'We waren aan het aftasten van: waar horen wij nou bij? Wat is nou eigenlijk ons standpunt? Aan de ene kant wilde je je wel aansluiten en aan de andere kant dacht je: wat is dit voor een club? Je had een clubje dat heel erg gelieerd was aan de CPN. (...) En de club, zeg maar even "de maoïstische stroming", die kwam wel langzaam op. Dus dat is de KEN. De SP komt daaruit voort.'

Marcel herinnert zich een voorval uit deze tijd. Hij is dan lid van het politiek comité van de Bond voor Dienstplichtigen - voorheen de Bond van Dienstweigeraars, een linkse organisatie van een paar honderd mensen, binnen het leger. En op een dag wordt hij benaderd door het centraal comité van de KEN: 'Jullie zijn nogal anti-NAVO?' Marcel bevestigt dit: 'de NAVO, daar zitten ook de Griekse kolonels in, de Spaanse fascisten, en het is een heel militaristisch systeem. Daar hebben we wel problemen mee.' De KEN informeert vervolgens of de Bond misschien dat NAVO standpunt wil veranderen. Marcel: 'Ja, want kijk, deze maoïsten... Hun grootste vijand was Rusland. Dat heb je ook gezien in Vietnam, Laos, Cambodia. Dus zij steunen de NAVO, want de vijand van hun vijand, dat is hun vriend. Ik vond dat zo'n geweldige redenatie. Maar we zijn niet overstag gegaan. Hoewel ik op dit moment best wat meer sympathieke gevoelens voor de NAVO heb. Dat komt door het hele conflict Rusland-Oekraïne.'

Het leger van binnenuit veranderen

Uiteindelijk komt Marcel bij de PSP uit - de Pacifistisch-Socialistische Partij. 'Antimilitarisme was wel een van mijn onderdelen', zegt hij. 'Ja, Breda is natuurlijk een militaristische stad. En ja, als er zo'n Taptoe komt, dan komt er ook een Anti-Taptoe.' Na zijn studie, in 1973, wordt Marcel opgeroepen voor militaire dienst en aanvankelijk wil hij die weigeren, maar aan de academie is zijn visie daarop veranderd. 'Ik vond dat je juist in het leger moest gaan.' Waar anderen zich lieten afkeuren voor militaire dienst, gelooft Marcel in het bewerken van het leger van binnenuit. 'Mijn kinderen, of één van mijn kinderen, vindt dat nog steeds een heel belachelijk uitgangspunt. Die moet er altijd om lachen.'

In zijn diensttijd wordt Marcel (in Harskamp) opgeleid tot chauffeur en (in Ede) tot telexist. Ook wordt hij in deze jaren lid van de Bond voor Dienstplichtigen én van de Vereniging voor Dienstplichtige Militairen (VVDM). De eerste is meer de politieke organisatie, de tweede een vakbond. 'En dat betekende, dat je dus heel actief was op de kazerne. (...) Overal was wel bekend dat je bij de VVDM zat. Dat betekende, als je uitging, als je een biertje ging drinken, dat mensen naar je toe kwamen: "Ik heb gehoord dat jij mensen uit dienst kan helpen?" Ik zei dan: "Ja, dat kan ik wel, dat is niet zo lastig. Maar dan moet je wel heel erg gemotiveerd zijn." Nou, uiteindelijk kwam het er gewoon op neer, dat je naar een arts moest gaan en eigenlijk suggereren, dat je het leven niet meer zag zitten. Dus dat je er misschien wel een einde aan wil maken. En het is natuurlijk ook niet raar. Op sommige mensen had zo'n militaire organisatie een zodanige invloed, een zodanige geestelijke verwarring bracht dat met zich mee, dat mensen… Die wilden ook niet verder. En er is niks wat ze in het leger vervelender vonden dan mensen die, en dat gebeurt ook nu nog wel, die een einde aan hun leven maken. Dat is natuurlijk een... Dat moet je vooral nooit doen.'

'Ja, tuurlijk. En dat lange haar ook… Rinus Weerman... Dat zijn van die mensen die hebben nog vastgezeten voor dat lange haar, hè. Wij waren een voorbeeld voor internationale soldaten. Je had natuurlijk twee Berlijns: daar zaten naast Russische ook Amerikaanse soldaten. En onder die Amerikaanse soldaten had je ook de zogenaamde haircut refusers. Op enig moment was daar een proces gaande over die haardracht en daar moest iemand namens de VVDM heen. Ik weet niet meer of het in uniform was, maar ik ben daar toen naartoe gegaan met een goede vriend van mij. Wij hebben die processen meegemaakt en af en toe ook iets gezegd, hoe dat in Nederland ging. Het waren zulke bijzondere tijden. Robbie Daniëls (in 1970 een van de stichters van Breda Kabouterstad) zei later tegen mij: "Marcel, jij hebt werkelijk geen idee wat voor een bijzondere rol jij gespeeld hebt, in wat voor een positie jullie zaten." In de geschiedenis is dit vrij uniek, dat je daar terechtkwam, in Berlijn in een internationaal proces. Ook ben ik naar Portugal gegaan in '74, waar het regime omver werd geworpen door de kapiteins, door de militairen. En ja, daar werden wij uitgenodigd. Het was niet dat dat allemaal heel veel opleverde, maar er waren zóveel contacten. Er werd een beweging op gang gezet die ook niet meer te stoppen was.'

Salsedo

Na zijn diensttijd wordt Marcel boekhandelaar in Breda. Hij helpt er mee om de Vrije Boekhandel groot te maken. Weer later, in 1979, richt hij met Emiel Rouws drukkerij Salsedo op. Deze actiedrukkerij drukt alleen voor niet-commerciëlen. Denk bij hun drukwerk aan pamfletten tegen de Taptoe en kernwapens, de vrouwenkrant van het Bredase Vrouwenhuis, de Bergse Vrouwenkrant Sidonia, en Akkenaaje: Tweemaandelijks kritisch tijdschrift voor Bergen op Zoom. 'Er waren in Nederland zestig van dit soort drukkerijen', vertelt Marcel. 'Maar de meeste waren stichtingen en er werkten allerlei vrijwilligers en mensen uit de uitkering. En wij zeiden: gelul, wij gaan een drukkerij beginnen, wij worden eigen baas. Punt. Gewoon een VOF. En omdat we VOF waren, konden wij veel makkelijker dan andere clubs initiatieven steunen. Denk dan bijvoorbeeld, ik noem maar even wat, aan de bijstandsvrouwen uit Etten-Leur (een vrouwenorganisatie die onder andere VOS-cursussen verzorgde). Die wilden op een gegeven moment iets drukken, maar hadden geen geld. Wij konden echter veel makkelijker gratis dingen drukken. Mensen die het wèl konden betalen, vroegen wij een normale prijs.'


 Enthousiasme over de val van het kabinet geuit in kreten op winkelruit van drukkerij Salsedo, 16 oktober 1981. Achter de drukpers Marcel Rensen (foto: BN De Stem / Johan van Gurp. Bron: collectie Stadsarchief Breda, nr. JVG19811016017)

Marcel herinnert zich nog goed het themanummer over drugs van Breda in Aktie (1975-1983, uitgegeven door Werkgroep Richting) het maandblad waarvan zijn beste vriend Ad Bijma in deze jaren de hoofdredacteur is. (Samen hebben ze 40 jaar op de lijst van PSP en later GroenLinks gestaan.) In 1979 of 1980 verschijnt op de cover van Breda in Aktie een tekening van een vrouw met een grote injectiespuit tussen haar benen, alsof het een bezemsteel is. De drukker van het blad, Salsedo, plaatst daar in een tijd van bloeiend feminisme wel wat vraagtekens bij. 'Een aantal vrouwen, ja, het was maar een klein wereldje, die hadden dat gezien. Die zeiden: ja, dat kunnen jullie echt niet maken, om dat te drukken. En destijds was het zo dat in de linkse krant... Liberation geloof ik, dat drukkers… die zetten daar gewoon soms dingen in de kantlijn van "geluk" en "nou, dat zullen we nog weleens zien". En dan ging die krant gewoon in een oplage van honderdduizend het land in. Maar Breda in Aktie was van mijn grote vriend Ad. Dus wat hebben wij van Salsedo gedaan? We hebben zo'n ding er overheen gedrukt, een band, en er staat op "Breda in Aktie: hoe vrouwvriendelijk is uw redactie?" Zonder dat zij het wisten. En toen kwam mijn vriend Ad dat blad ophalen. Die schrok zich helemaal… Dus dat is de enige ruzie die ik met hem gehad heb. En terecht. We hebben het 's avonds uitgepraat, toen was het klaar. En we hebben er een invulblad ingedaan. Het is het meest besproken nummer ooit... Het is een uniek nummer geworden. Hij had zoiets van: het is een tekening, het is helemaal niet seksistisch bedoeld, het kwam uit een strip over drugs. Dus ja. Als er één geen seksist is, is het Ad. Hij snapte ook wel de discussie. (...) Ja, nogmaals, ik schreef zelf ook voor het blad. Ik had me blijkbaar iets te veel onder druk laten zetten door wat dames, die vonden dat dit niet kon. En mijn eigen vriendin toen was ook wel een vrij stevige feminist. Die wist waarschijnlijk wel via via wat er gedrukt ging worden. Zo ging dat in die tijd.'

Marcel is ruim dertig jaar mede-eigenaar van de drukkerij. Het archief van Salsedo wordt in oktober 2018 aan het Stadsarchief Breda overgedragen. Dat gebeurt in de Maand van de Geschiedenis, met als thema 'Opstand'. Wat dus niet alleen perfect aansluit bij de geschiedenis van deze onderneming, maar ook bij Marcels brede betrokkenheid bij de Bredase actiebeweging.

Zoals Marcel zelf zegt in Bob Entrops documentaire Samen staan we sterk:

'Een en al protest was het. Maar ja, dat was ook die tijd'. (...) Als je erop terugkijkt, is het een tijd geweest... een aaneenschakeling van demonstraties. Demonstraties tegen de Grijze Wolven, tegen het Francoregime, tegen de Taptoe, de 1 mei demonstraties... Er waren zoveel momenten dat je de straat opging. Tegen kernenergie - niet te vergeten. Hele grote demonstraties, ook landelijk. We zijn naar Kalkar geweest, we hebben in Duitsland gedemonstreerd. Ja... Demonstreren was gewoon een deel van je leven.'


Marcel Rensen (links) en Emiel Rouws in hun drukkerij Salsedo aan de Zandbergweg in Breda-Oost in 1994 (foto: BN De Stem / Johan van Gurp. Bron: collectie Stadsarchief Breda, nr. JVG19940909009)

Dit verhaal is gebaseerd op een gesprek met Marcel Rensen op 1 augustus 2022.

Meer weten?

  • Archief Salsedo (collectie Stadsarchief Breda)
  • Archief Proloog (collectie BHIC)
  • Breda in Aktie (jaargangen; collectie Stadsarchief Breda)
  • Janine van de Casteel, Benno Kegge en Vrouwkje Muntjewerff, Jong in Breda 1955-1981. Jongeren in veranderende tijden en hoe zijn mee veranderden (Breda 2013).

Bekijk ook

Protest in Brabant

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.

Lees ook deze verhalen