
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Vroegere eigenaren van Borchmolendijk 13 zijn terug te vinden o.a. in de Cijnsboeken van de Heerlijkheid Helmond. Het goed komt dan in de boeken 1320/1381 voor als Ten Putkencum, met eigenaar Rutgherus zoon van Rodolphus Sartoris.
De weduwe van Jan Adels verkoopt het huis in 1710; mogelijk was zij Barbara, de dochter van Jan Hendrix de Smidt en gehuwd in 1664 met Jan Lambert Adels, geboren te Mierde.
Het pand was de weduwe erfelijk aangekomen van haar ouders. De koop omvat: een huijsplaets met den hof daeraen gelegen, gelegen ter plaetse aende water cooren molen, neffens erffve de eenen sijde de meulenstal, dat zij aan Peeter Teulincx molenaar verkoopt.
De molenstal komt nog ter sprake wanneer in 1860 Dominee Buddingh de stal staande bij de waterkant van de Molenwiel bij herbouw wilde verplaatsen. Dat werd door de gemeente niet toegestaan omdat het schuurtje bedoeld is voor de plaatsing van de karren van de lieden, welke aldaar aan den water-graanmolen komen en die plaats daarvoor reeds werkelijk te bekrompen is.
Het thans bestaande huis werd mogelijk verbouwd net voor 1905. De molenstal is dan nog duidelijk aanwezig.
Rond 1815 verkocht Jan Teulings het pand aan Hendrik Kerkhof. Na Hendrik is heelmeester Josephus Antonius Meijer de eigenaar, die opgevolgd wordt door de Maatschappij van Welstand. Deze organisatie had tot doel protestanten die in moeilijke omstandigheden leefden, aan een behoorlijk bestaan in de landbouw te helpen, tenminste als ze daarvoor geschikt waren.
Dominee Buddingh te Sint-Oedenrode informeert in 1843 bij de Maatschappij of het huis niet verhuurd kan worden aan jonkvrouw Sara Maria Bowier, geboren 1790 te ’s-Hertogenbosch. Zij is de dochter van jonkheer Hugo Bowier en Theodora Elizabeth Baert Verspijck. Haar overlijden werd in Sint-Oedenrode aangegeven als zijnde overleden te Rotterdam op 7 januari 1851.
Sara was gehuwd met Hendrik Willem Aalstius den Appel op 9 juli 1813 in 's-Hertogenbosch.
Sara kwam uit een gegoede familie, wat beschreven staat in het jaarboek van de Nederlandse Adel 1891. Haar vader jonkheer Hugo Bowier werd op 5 september 1815 verheven tot de adelstand.
Sara nodigde de Maatschappij uit om de verbeteringen van haar huis, winkel en tuin te komen bezichtigen. De Maatschappij oordeelde dat het dan nu ook een fraai huis was. Zij prezen de mooie ligging aan de Dommel en het zicht op de weilanden was allerbekoorlijkst. Rechts in het huis is een vertrek dat diende tot winkel voor de verkoop van manufacturen, hetwelk de Maatschappij toescheen niet bijzonder veel te betekenen te hebben.
Dominee Buddingh liet namens de Maatschappij een advertentie plaatsen, waarin het pand werd aangeprezen als een herenhuizing, voorzien van zeven meest geplafonneerde, zo boven als benedenkamers, keukens, kelder, zolder en verdere gemakken.
De verkoop werd opgehouden en het pand kwam in handen van de Diaconie der Hervormde Kerk
Nadat haar de huur door de Maatschappij was opgezegd woonde Sara tijdelijk met haar kinderen in het pas opgeleverde Buitenrust op de Heikant (nu Schijndelseweg). Het huis werd nadien verhuurd aan o.a. Johannes de Rooij Notaris - J. H. van Thieme - Adriaan Josephus Marie Drimmelen Veearts - Johannes Hubertus Franciscus Deckers Ingenieur Rijkslandbouwconsulent en 1963 verkocht aan o.a. Lambertus Jacobus Maria van Susante tandarts - Wilhelmus Sleenhof architect.
Bron: BHIC
Lees meer: https://bowier.webnode.nl/sara-m/
Kranten: www.delpher.nl