 |
Links is een gedeelte van De Beurs te zien
|
Voerlieden en reizigers maakten druk gebruik van de gelegenheid om paarden en vee te stallen. Kerkbezoekers stalden op de zondagen er vaak hun paarden. In de fruittijd overnachtten fruitplukkers in de logeermogelijkheid van het café.
Bij de aanvang van het kadaster in 1832 stond Johan Hendrik Adolf von Schmidt auf Altenstadt, ontvanger der directe belasting, als eigenaar te boek. Hij bleef dit tot 1863.
In dat jaar werd het pand verkocht aan Jan Adriaanszoon van de Laar, winkelier van beroep. Jan overleed al in 1867 en zijn vrouw Francijna der Kinderen moest het vervolgens alleen zien te rooien met haar kinderen.
Van 1881 tot en met 1889 komt zij voor op de lijst van lokaliteiten waar sterke drank mag worden verkocht. Na haar overlijden werd ze in 1891 opgevolgd door haar zoon Martinus van de Laar. Die werd al snel opgevolgd door zijn zus Maria Elisabeth van de Laar, winkelierster en herbergierster.
 |
 |
| Theodorus van den Brand |
Plattegrond van de Beurs |
De man van Maria Elisabeth, Wilhelmus Gerardus Paulissen, gaf in 1911 te kennen dat hij op 25 april 1901 vergunning had gekregen voor de verkoop van sterke drank in het klein in het huis wijk A 219, later A 224. Hij geeft in deze brief aan dat zijn drukke bezigheden, zoals het runnen van een gasbedrijf en een herberg en daarnaast tal van andere bezigheden, hem teveel werden en dat hij daarom een opvolger heeft gevonden in de persoon van Theodorus van den Brand te Sint-Oedenrode.
Theodorus van den Brand volgde hem inderdaad op als herbergier en hotelhouder. Hij was gehuwd met Josina Maria van de Ven, toen eigenaresse van het pand. Josina was de dochter van Lambertus van de Ven en Barbara van de Laar. Zijn schoonvader Lambertus was eerder de herbergier van De Beurs.
1934, Lambertus van de Ven viert zijn honderdste verjaardag op de Nijnselseweg 14
In 1932 verzoekt Theodorus van den Brand om de vergunning die in 1918 aan hem was verleend voor de verkoop van sterke drank in het klein, over te mogen dragen aan Johannes Lambertus van de Ven zijn zwager, caféhouder en veehandelaar. Menigmaal werd in die tijd in De Beurs een paard gekocht, vaak onder het genot van een of meer borreltjes.
In 1969 werd het pand verkocht aan Hendrikus Otto Jozef van Boxtel, hotel-, restaurant- en caféhouder die al vanaf 1961 huurder van het pand was.
In 1982 werd in Sint-Oedenrode het heugelijk feit gevierd, dat Hertog Hendrik van Brabant in 1232 dezelfde vrijheidsrechten aan de Hoofdplaats van Peelland Sint-Oedenrode schonk als Den Bosch in 1185 had gekregen. Dit werd grotendeels in De Beurs gevierd met een symposium over de betekenis van het middeleeuwse stadsrecht. Daarvoor waren drie prominente sprekers uitgenodigd. Dr. L. Pirenne leidde de bijeenkomst.
Bronnen:
BHIC, Gemeentebestuur Sint-Oedenrode 1811-1931 en 1934-1969, toegang 7634 en 7635.
BHIC, Notarissen in Sint-Oedenrode, toegang 7637.
Gemeentelijk Kadaster Sint-Oedenrode 1832-1971, toegang 7739.
De Rooijsche steenfabriek.
W. van Rooij in Heemschild (1982), afl. 4, p. 74
Foto’s:
Jo van der Kaaij
