
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
c. 1924 (bron: Erfgoed 's-Hertogenbosch fotonr. 55950. Publiek domein)
In deel 3 beschrijft Piet Bosschenaar de tocht van de Vughterpoort naar Bastion Oranje. Hij vervolgt:
We gaan verder. Aan het einde van dat gedeelte wal, was de hoofdwacht. Die zorgde voor de schildwachten in de omtrek en voor de daarlangs tot fabriek Lutkie lopende hoge gevangenismuur, want de eigenlijke, grote, hoofdwacht was op de parade.
Op ongeregelde tijden werden die in ’t geweer geroepen en geïnspecteerd door de Kapitein, plaatselijk commandant, Kapt. de Breuk, want alles in Den Bosch was toen garnizoen, en kazernes met soldaten, ’t hele 5e regiment Infanterie, twee eskadrons Cavalerie en de vestingartillerie, (Mortelkazerne ruggelings tegen elkaar gebouwd), die werd na avondappel (10 uur) gesloten, zodat men daardoor niet meer naar weversplaats en vestingwal kon als achterom.
Achter de fabriek “Lutkie” (Weversplaats) was ook een gedeeltelijk afgegraven bastion (zie stadsmuren en gracht) daar stond een stoommeelmolen, en voor raapkoeken (veevoeder) van Bax, bekende Bossche familie in de Vuchterstraat, stamhuis van latere Prins Carnaval en van de Jonkvrouw in de draagkoets (door paarden gedragen), bij het 700 jarig bestaan, optocht in 1885.
historische optocht t.g.v. het 700-jarig bestaan
van 's-Hertogenbosch, 1885 (Erfgoed '
s-Hertogenbosch, fotonummer 0014742. CC0).
Klik voor een vergroting
We gaan verder en komen aan het “Volderstraatje” aan een “echt” kruitmagazijn, diep ingegraven (men liep aan weerszijden sterk naar omlaag) daar liepen altijd twee schildwachten tegen elkaar in, en er werd streng opgelet dat men niet zou passeren met een brandende sigaar, en ook ’s avonds na tienen achterom; daar lag alle ammunitie van ’t garnizoen opgeslagen.
Verder aan de Hekel, rechts een lang smal ijzeren bruggetje, wat in ’t midden, meer naar onderen kon worden gedraaid voor kleine schuiten die niet tussen de pijlers door konden, waar bij een houten woning, (als reeds gezegd moesten dergelijke vanwege “oorlog” niet van steen zijn), wachter van den Heuvel en dat heel schuin naar beneden, toegang gaf naar een voetpad (doordat het ’s winters altijd onder water staan, maar een stuk voetpad), waarover men naar Pettelaar en St. Michielsgestel kon, doch als gezegd alleen te voet.
Verder nog eenzelfde dood bastion achter het Nachtegaalslaantje (toen van de wal af links de sloot om en rechts grote lage bleek van Verhasselt), met een slootje er om heen, waar men zo heerlijk stekelbaarsjes kon vangen, met stokje, draadje, en pier daaraan “gebonden”, daarvoor trok men er van de hele stad op uit.
Waar thans het Gymnasium staat, stond woonhuis met wasinrichting (Verhasselt) etc., waar thans de weg daarlangs, de militaire rijbaan, open manege enz. is, was alles heel laag land, bleek veld, en alles laag en diep in, verder moestuinen, voor hoveniers, alles tot aan de diepstraat grenzend waar stallen en woningen daarvan waren.
Weer de vestingwal over weer een z.g. kruittoren, doch die was toen nog in z’n oorspronkelijke toestand, hoog en rond opgebouwd, en aan de grachtzijde veel schietgaten, boven op de spits een leiendak.
Iets verder de manege waar elken dag de cavalerie hun paarden gingen afrijden. Was ’t heel slecht weer dan gebeurde dat in het manegegebouw aan de kruiskerk (nog niet zo heel lang weg) waar ook met Koning- en Koninginverjaardag de Nassaufeesten gegeven werden, schermen, bajonet en de verschillende wapens, kunstrijden en springen (wachtmeester van Gils, n.b. iemand van ruim 100 Kilo, sprong van de wipplank over 7 paarden) enz..
We gaan door; tegenover die manege, in plantsoen thans, was nog een tuig- of kruithuis, voortgaande aan einde der wal Bastion St. Antonius, daar is toen nog eens een groot legerkamp van zigeuners geweest, z.g. Ketellappers, zeer interessant om te zien, verder kon men daar nog niet, want aan die zijde van ’t kanaal was nog alles laag land, alleen een smal paadje, en de stadsgracht was daar afgesloten met een paal, welke aan weerszijde met een ketting vast lag.
Verder, de brug van sluis 0 over, ook vestingwal tot aan de Hinthamerpoort, een grote diepe, eigenlijk naar rechts gebogen, dubbele poort, waar men over heen liep, doch ook aan weerszijde aan de straatzijde schuin af kon lopen. Aan die poort zijn bij het slechten der vesting de meeste wapens, kogels, enz. gevonden, o.m. ook een geraamte in volledig harnas, dat alles vermoedelijk wel op ’t Genootschap zal zijn.
Verder gewone vestingwallen, voor de Orthenbrug, aan de Kanaalzijde was een vrij groot scheepstimmerwerf, schuin aflopend naar ’t Kanaal, z.g. dwarssleephelling, met het bijbehorende aantal huisjes; deze bestaan nog.
Men kwam dan langs een soort kleine ronde vesting met Poort, z.g. Arsenaal, (gebouw staat er nog) en aan de Orthenpoort, dat was een gewone poort van twee deuren, en verder niets, aan die zijde langs ’t kanaal een fort “Papenbril” waarin in die tijd de Hoofdcursus gevestigd was voor toekomstige officieren.