skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic

Bevolkingsgroei en sterfte in Oss, 1866-1906

De stad Oss groeide aan het einde van de negentiende eeuw snel, onder andere ten gevolge van migratie en een hoog geboortecijfer. Door de snelle bevolkingsgroei steeg in eerste instantie ook het sterftecijfer, waardoor het cijfer ver boven de landelijke en provinciale gemiddelden uitsteeg. Rond de eeuwwisseling begon de sterfte uiteindelijk te dalen.


Drukte in de Walstraat in Oss in1908 (bron: collectie Stadsarchief Oss).

Een stad in ontwikkeling

Het inwoneraantal van Oss groeide lange tijd in een gestaag tempo. Rond 1850 telde de stad iets meer dan 4000 inwoners. In het laatste kwart van de negentiende eeuw vond er echter een versnelling plaats in de bevolkingsgroei. Tussen 1875 en 1900 verdubbelde het inwoneraantal van circa 4500 naar bijna 9000 Ossenaren. Ook daarna zette deze ‘explosieve’ bevolkingsgroei nog een tijdje door: in 1930 telde de stad al bijna 15.000 inwoners. De oorzaak van deze grote toename is onder andere te vinden in de zogeheten ‘natuurlijke’ bevolkingsgroei. Vanaf het laatste kwart van de negentiende eeuw zien we dat het aantal geboorten snel begon te stijgen, terwijl het aantal overlijdens slechts langzaam toenam. Er is vanaf dan sprake van een geboorteoverschot, waarbij er meer geboorten dan overlijdens plaatsvonden. Aan het begin van de twintigste eeuw liepen het geboortecijfer en sterftecijfer steeds verder uiteen, waardoor de bevolking alsmaar door bleef groeien. Naast de natuurlijke bevolkingsgroei speelde ook migratie een belangrijke rol. Er was in de periode tussen 1875 en 1890 sprake van een aanzienlijke aanwas door migratie, waarbij veel meer mensen zich in de stad vestigden dan dat er mensen vertrokken. Dit was ogenschijnlijk het gevolg van de toegenomen werkgelegenheid in Oss ten gevolge van het ontstaan van de margarinefabrieken en exportslachterijen in Oss. Dit zien we ook terug in de jaarlijkse gemeenteverslagen van Oss:


“De groote toeneming der bevolking in de gemeente ontstaande door de zich van elders alhier vestigende arme en behoeftige huisgezinnen om werk te bekomen in de fabrieken, die bij gebrek aan werk of bij ziekte onderstand moet worden verstrekt, geeft aanleiding dat het Burgerlijk Armbestuur niet meer door de gewone inkomsten in de behoeften kan voorzien.” (bron: gemeenteverslagen Oss, 1887).

De snelle bevolkingsgroei in de laatste decennia van de negentiende eeuw is dus in eerste instantie te verklaren aan de hand van een natuurlijke bevolkingsgroei en een aanwas door migratie. Het doorzetten van deze bevolkingsgroei eind negentiende en begin twintigste eeuw werd vooral veroorzaakt door het alsmaar toenemende geboorteoverschot, aangezien het vestigingsoverschot (migratie) al aan het einde van de negentiende eeuw was verdwenen.

Het verloop van het sterftecijfer

Naarmate de bevolking van Oss in omvang toenam, zien we ook dat het jaarlijkse aantal sterfgevallen geleidelijk opliep. Dit hoeft uiteraard niet noodzakelijk te betekenen dat de gezondheidstoestand in Oss in de loop van de tijd verslechterde en de sterfterisico’s onder de bevolking groter werden. Om een goed beeld te krijgen van de ontwikkeling van de sterfte in Oss kijken we daarom naar het aantal overledenen per 1000 inwoners: het bruto sterftecijfer. Hierbij valt als eerste op dat er tot het einde van de negentiende eeuw grote schommelingen waren in het sterftecijfer. Zo zien we bijvoorbeeld dat er in 1869 ongeveer twintig op de 1000 inwoners overleed, terwijl een jaar later – in 1870 – veertig op de 1000 inwoners overleed. Deze fluctuaties waren vermoedelijk het gevolg van infectieziekten, die zich indertijd nog eenvoudig wisten te verspreiden in de stad via onder andere water, voedsel en lucht. Er vonden in Nederland in de negentiende eeuw dan ook nog regelmatig epidemieën plaats, waardoor in bepaalde jaren (bij uitbraken) de sterfte groot was, zoals in 1870. Overigens hadden ze indertijd nog geen eenduidige verklaring voor het hoge aantal sterfgevallen, hoewel de samenstellers van de gemeenteverslagen wel voorzichtig in de richting leken te wijzen van de besmettelijke infectieziekten:

'"Aan den mazelen zijn overleden 21 kinderen, aan typheuse koortsen twee personen
en aan roodvonk drie personen. Het getal sterfgevallen over 1870 bereikt het
dubbeltal van dat over 1869, de oorzaak van dien is niet bekend, als zijnde het
overgroot getal sterfgevallen het gevolg van de sedert jaren bekende gewone
ziekten, mazelen en roodvonk." 
(bron: gemeenteverslagen Oss, 1870)

Naarmate het voorkomen van deze infectieziekten in de loop van de tijd afnam, zien we dat het sterftecijfer steeds meer stabiliseerde richting het einde van de negentiende eeuw. Daarbij zien we ook dat in het laatste decennium van de negentiende eeuw een dalende trend ontstond, die zich voortzette in de twintigste eeuw. Deze sterftedaling zien we in deze periode in heel Nederland. Er zijn verscheidene oorzaken aan te wijzen, maar de voornaamste aanleiding was de belangrijke afname van zuigelingen- en kindersterfte. Daarover is meer te lezen in het verhaal over zuigelingensterfte. Verder resulteerden ontwikkelingen op het gebied van medische zorg, hygiënisch besef, sanitaire voorzieningen (riolering en waterleidingen), huisvesting en arbeidsomstandigheden in een verbeterde levensstandaard, waardoor de sterfte kon afnemen.


Het bruto sterftecijfer (aantal overleden personen in jaar X / totale bevolking in het midden van jaar X * 1000) is berekend op basis van de gegevens uit de gemeenteverslagen Oss (bron: gemeenteverslagen Oss, 1855-1930).

Oss in vergelijking met Brabant en Nederland

Op basis van het vijfjaarlijkse gemiddelde van het sterftecijfer deed Oss het – in vergelijking met het landelijke en Brabantse gemiddelde – halverwege de negentiende eeuw vrij goed. De sterfte was toentertijd relatief laag. In de periode daaropvolgend zien we daarentegen dat de sterfte in Oss toenam, terwijl in andere delen van het land al sprake leek te zijn van een daling van het sterftecijfer. Hoe komt het dat de sterfte in Oss afweek van het landelijke patroon en juist toenam in de periode 1870-1890? Een aannemelijke verklaring is gelegen in het feit dat de stad snel groeide in deze periode. Dit leidde enerzijds tot een hogere bevolkingsdichtheid en dus ook meer besmettingsgevaar. Anderzijds werd de bevolkingsgroei in Oss grotendeels veroorzaakt door een hoog geboortecijfer, waardoor ook het sterftecijfer vermeerderde, omdat de totale sterfte in deze tijd grotendeels werd teweeggebracht door zuigelingen. Ongeveer 1 op de 3 geborenen haalde de leeftijd van één jaar niet. Hoe meer kinderen er dus werden geboren, hoe groter de sterfte was. Dit principe gold overigens voor bijna de gehele provincie Noord-Brabant, waar de geboortecijfers relatief hoog waren en dus ook de sterftecijfers. Verder heeft de opkomende industrie in Oss mogelijk ook een negatief effect gehad. De werk- en woonomstandigheden in geïndustrialiseerde gebieden – ook wel urban graveyards genoemd – waren over het algemeen slecht en zorgden voor grotere sterfterisico’s voor de bevolking. Overigens zien we dat de sterftecijfers uiteindelijk ook in Oss, en de provincie Noord-Brabant, begonnen te dalen. Rond 1930 kwamen de verschillende ontwikkelingslijnen weer enigszins bij elkaar.


Het bruto sterftecijfer (aantal overleden personen in jaar X / totale bevolking in het midden van jaar X * 1000) is berekend op basis van de gegevens uit de gemeenteverslagen Oss (bron: gemeenteverslagen Oss, 1855-1930) en voor Nederland en de provincie Noord-Brabant is gebruik gemaakt van de cijfers uit E.W. Hofstee, Korte demografische geschiedenis van Nederland van 1800 tot heden (1981).

Meer weten?

  • Over de ontwikkeling van sterfte in heel Nederland: Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI), Bevolkingsatlas van Nederland: demografische ontwikkelingen van 1850 tot heden (2003).

Over de auteur

Nadeche Diepgrond is geboren in Oss en heeft geschiedenis gestudeerd. Ze heeft zowel haar bachelor als haar master (Geschiedenis & Actualiteit) afgerond aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Eerder was zij als student-assistent en junior onderzoeker verbonden aan het Amsterdamse Doodsoorzaken project. In 2023 deed zij onderzoek naar de geschiedenis van ziekte, gezondheid en sterfte in Oss in de periode 1866-1906 in het kader van het fellowship van het BHIC.

nadechediepgrond1998@gmail.com

Bekijk ook

Doodsoorzaken Oss

Reacties (1)

Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 4 oktober 2023 om 09:55
Dag Nadeche, na je indrukwekkende presentatie bij het BHIC heb ik je bijdragen met extra veel belangstelling gelezen. Mooi onderzoek en heel toegankelijk verwoord; dank daarvoor!

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.