skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic

Neergestorte vliegtuigen bij Den Hout 1940-1945

Rien Wols
Rien Wols Bhic
vertelde op 13 april 2012
bijgewerkt op 20 februari 2024
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn er boven Nederland zo’n 6.000 militaire vliegtuigen neergestort. Ruim 1.000 daarvan zijn er in Noord-Brabant terecht gekomen. Dan gaat het zowel om geallieerde (Britse, Amerikaanse en Canadese vliegtuigen met bemanningen die uit nog veel meer nationaliteiten bestonden) als Duitse vliegtuigen.

De geallieerde vliegtuigen waren heel vaak bommenwerpers die bij bombardementsmissies op doelen in Duitsland geraakt werden door Duits afweergeschut (de zogenaamde Flak) of onderschept werden door Duitse jachtvliegtuigen (vooral ’s nachts, tijdens de zogenaamde Nachtjagd).

Wij gaan proberen de verhalen achter al deze crashes te achterhalen met behulp van iedereen die ofwel zélf nog herinneringen heeft of de verhalen gehoord heeft van eerdere generaties. Soms is er al veel bekend, soms wat minder.

Het eerste vliegtuig dat in de gemeente Oosterhout neerstortte was een Duits troepentransportvliegtuig. Op 10 mei 1940 maakte een Junkers Ju 52/3M van 13./KGzbV 1 een noodlanding in een weiland bij de Houtsesteeg in Den Hout. Het toestel was geraakt door Nederlands luchtafweergeschut bij Moerdijk.

In hun boek (zie onderaan) stellen Jolie en Joosen dat het hier om een toestel van 4./KGzbV 1 zou gaan met de operationele code 1Z+KM en een tot nu toe nog onbekende bemanning. Zij baseren zich op twee foto’s van het wrak, waarop inderdaad naast een duidelijke K heel vaag de contouren van een M zichtbaar zijn op de romp.

Enkele Nederlandse militairen gingen op het wrak af, gevolgd door wat nieuwsgierige burgers. In eerste instantie werden ze onthaald op mitrailleurvuur vanuit de kop van het vliegtuig, waarbij drie burgers gewond raakten: Dientje Nobelen, Antoon Straver en Bartje Godschalk. Na een kort vuurgevecht gaven de Duitsers zich toch over. Zij werden als krijgsgevangenen afgevoerd richting Breda en later overgedragen aan de Marechaussee in Den Bosch. Daarna ontstond in de verwarring van de strijd nog een vuurgevecht tussen andere Nederlandse militairen onderling, waarbij gelukkkig geen slachtoffers vielen.

Behalve de bemanning waren er nog zeven of acht Duitse parachutisten aan boord. Ook zij werden krijgsgevangen gemaakt. Het is niet duidelijk of zij terecht zijn gekomen in een Brits of Canadees krijgsgevangenenkamp. Voor hun kordate optreden werden na de oorlog de dienstplichtige soldaten M.W. Oerlemans, A.J. Hassing en D. Boogaard onderscheiden met het Bronzen Kruis. Ook dienstplichtig sergeant Kees Zwaans kreeg deze onderscheiding, maar postuum, omdat hij in maart 1945 bij een ongeval was overleden.

Op 15 mei 1940 stortte rond 02.00 uur een Handley Page Hampden I (P4286) van het 44 Squadron neer in een weiland langs de Witteweg in Den Hout. Deze bommenwerper voerde een bombardementsaanval uit op de wegen rond Breda. De hele bemanning, bestaande uit piloot F/O Leslie James Ashfield (22), co-piloot P/O Charles Douglas Crawley (24) (RAAF), waarnemer Sgt. Francis Wallace McKinlay (23) en radiotelegrafist Cpl. Frank Preston (20), kwam om. Na aanvankelijk in een veldgraf te zijn gelegd door de Duitsers, werden ze in 1941 uiteindelijk begraven op de protestantse begraafplaats aan de Nieuwe Boulingstraat in Oosterhout.

Het veldgraf van Ashfield en zijn bemanning. Foto: Regionaal Archief Tilburg, , nr. 104474.

Op 20 december 1942 vlogen 232 bommenwerpers op Duisburg. Twaalf daarvan gingen tijdens deze missie verloren. Om 20.20 uur stortte een van de zes door Duitse jagers neergeschoten Lancasters neer bij de Proostensteeg in Den Hout. Deze Lancaster was de ED347 (call sign WS-N) van het 9 Squadron, gevlogen door Sgt. J.W. Tyreman. Van de twaalf verloren vliegtuigen kwam er nog een in Noord-Brabant terecht, en wel in Boekel.

Piloot Sgt. John William Tyreman (26), boordwerktuigkundige Sgt. John Sykes (30), navigator F/O James William Lynes, bommenrichter  Sgt. Harold Burrows Stokes (31), radiotelegrafist en boordschutter Sgt. Harry George Ford (20) en de boordschutters Sgt. James Hill (30) en Sgt. George Clive Wing (18) verloren allemaal het leven bij de crash. Zij liggen eveneens begraven op de protestantse begraafplaats in Oosterhout, graven 91-96.

De Lancaster werd neergeschoten door Lt. Erich Richter na een luchtgevecht. Richter vloog in een Messerschmitt Bf 110-F4. van 2./NJG1, dat gestationeerd was op Gilze-Rijen.

Op 21 juli 1944, rond 01.40 uur, stortte opnieuw een Avro Lancaster I (R5904, call sign LS-L) neer in de buurt van de Stelvenseweg 19 in Den Hout. Het toestel van 15 Squadron was laat op de avond van 20 juli vertrokken vanaf vliegbasis Mildenhall in Engeland voor een aanval op Homberg, meer precies de olie-installaties in het nabijgelegen Meerbeck.

Hoewel de aanval zelf een succes was, moest Bomber Command ook een gevoelig verlies incasseren: 20 van de 147 deelenemden Lancasters keerden niet terug. Daaronder drie die in Noord-Brabant neerstortten, de R5904 in Den Hout en de LM183 en LM185 van 90 Squadron die alletwee bij Boxtel neer kwamen. Van de 21 bemanningsleden van deze drie toestellen, overleefde maar één individu de crash, de navigator Hayden uit de R5904.

Verantwoordelijk voor het neerschieten van twee van de drie (LM183 en R5904, met een tussentijd van c. 10 minuten) was Hptm. Heinz-Wolfgang Schnauffer van het 4./NJG2. Navigator P/O A.D. Hayden    belandde op een of andere manier (hij wist achteraf zelf niet hoe) buiten het brandende toestel. Toen hij weer bij bewustzijn kwam, begon hij richting het zuiden te lopen. Geholpen door bewoners van de streek kwam hij uiteindelijk in België terecht waar hij werd opgevangen door leden van de Witte Brigade, een organisatie die geallieerde vliegers in veiligheid bracht. Als gevolg van verraad werd hij op 26 juli toch gearresteerd en overgebracht naar een krijgsgevangenenkamp (Stalag Luft III bij Sagan, in Neder Silezië) waar hij tot aan het einde van de oorlog verbleef.

Zoals gezegd kwam de rest van de bemanning om het leven. Hun lichamen waren nauwelijks te identificeren, als gevolg van de felle brand in het vliegtuig. Het waren piloot F/Lt. Walter John Bell (25), onderscheiden met het Distinguished Flying Cross; boordwerktuigkundige F/Lt. David George Evans (25); bommenrichter W/O II Fred Glen Oakes (20) (RCAF); radiotelegrafist F/Sgt. Peter Bramwell Sweatman (20) en de boordschutters Sgt. James Bernard Brennan (23) en Sgt. Thomas Sandford Brookfield (21). Zij liggen begraven op de Nijmeegse erebegraafplaats Jonkerbos, graven 24 I 6 tot en met 24 I 9 en 24 J 8.

Op 3 november 1944 ten slotte stortte rond 15.00 aan de Goorstraat een Spitfire LF.IX (PT726) neer van het 331 Squadron met de Noorse Sgt. T.B. Abrahamsen aan de stuurknuppel. Tijdens de slag om het Markkanaal, waarbij de Poolse infanterie probeerde het kanaal over te steken, boden Typhoons en Spitfires de grondtroepen luchtsteun door de Duitse artillerie te bestoken. Ze vlogen vanaf Grimbergen af en aan. Abrahamsen was daar rond 14.25 uur opgestegen.

Het 331 squadron was een Noorse gevechtseenheid van de RAF. Nadat Thormold Bjerum Abrahamsen zijn bommen boven de Duitse stellingen had afgeworpen, gaf de sectieleider opdracht om nog een beschieting met de boordkanonnen uit te voeren. Abrahamsen gaf echter geen antwoord meer, volgens het Operations Record Book. Waarschijnlijk is de Spitfire geraakt door Duitse Flak. De piloot heeft het niet overleefd en kreeg een veldgraf in Den Hout.

We danken deze gegevens aan het boek van J. van Alphen, 3 november 1944 : de slag om het Markkanaal (Breda, 1984) en de tip van J. van der Sanden die ons hier op attent maakte. Inmiddels heeft Rinus Kuijpers over deze crash een film gemaakt en die op YouTube gepubliceerd.

[Aanvulling 2019, boek Jolie/Joosen, zie hieronder]. Op 6 november 1944 werd Abrahamsen door pastoor Brouwers begraven op het Houtse kerkhof. Na de oorlog is het stoffelijk overschot op verzoek van de Noorse ambassade in Den Haag gecremeerd en is zijn as op 7 september 1946 herbegraven in zijn geboorteplaats Kristiansand, Noorwegen. In mei 2016 is in de buurt van de crashlocatie, op de hoek van de Goorstraat-Lage weg, een klein monument onthuld in bijzijn van een groep Noorse plaatsgenoten van Sgt. Abrahamsen.

Nieuw boek

In 2019 verscheen het boek van Jan Jolie en Cees Joosen, Vliegtuigcrashes in de Tweede Wereldoorlog in de gemeente Oosterhout (Oosterhout/Den Hout, 2019), waarin al deze crashes zeer uitgebreid en gedocumenteerd staan beschreven. Op aangeven van Jan Jolie zijn nog enkele correcties in de bovenstaande tekst aangebracht.

Reacties (3)

Hans van Oerle zei op 14 mei 2015 om 09:53
In het oorlogsdagboek van mijn grootmoeder staat de bij de hierboven als eerste genoemde crash omgekomen Britten door de Duitsers met veel fatsoen begraven werden op een nabij en wat hoger gelegen stuk heidegrond.
Zij meld bovendien nog een neergestort Duits vliegtuig op 12 mei 1940, waarvan de tien overlevenden door het Nederlandse leger krijgsgevangen zijn gemaakt.
Rien Wols
Rien Wols bhic zei op 20 mei 2015 om 13:11
Hartelijk dank, Hans, voor deze waardevolle aanvullingen. Op deze site hebben we voor 12 mei alleen crashes in Ossendrecht, Woensdrecht en Rijsbergen geboekstaafd, dus dat is allemaal een stukje verderop. Heb je wellicht nog wat meer details uit deze dagboekaantekeningen?
Rien Wols
Rien Wols bhic zei op 5 juni 2019 om 11:18
Ter aanvulling op mijn reactie: onlangs is het boek van Jan Jolie en Cees Joosen verschenen, zoals ik onderaan het artikel heb gemeld. Daarin staat inderdaad het verhaal over een neergestorte Junkers Ju 52 waarvan de bemanning krijgsgevangen is genomen. Dat was op 10 mei 1940.

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.
Doe mee en vertel jouw verhaal!