Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Toen dit Olympia zich in 1924 wilde aansluiten bij de Brabantsche Voetbal Bond bleek die clubnaam daar al in gebruik te zijn. De nieuwe naam werd Brabantia, in de volksmond afgekort tot “D’n Brab”.
Weer enkele jaren later stapt Brabantia over naar de Rooms Katholieke Federatie (RKF) en wordt de verenigingsnaam voor de laatste maal aangepast. Sindsdien is het RKVV Brabantia.
De RKF was een kleine bond, het geesteskind van voetbalmissionaris Willem Binck die met onder meer dit initiatief de verzuiling wilde steunen. Hij wilde de katholieken weerbaarder maken tegen de moderne maatschappelijke ontwikkelingen en de katholieke emancipatie bevorderen.
Deze doelstellingen pasten wonderwel bij de mentaliteit van het door en door roomse Brabantia en zelfs nu nog heeft het “RK” in de verenigingsnaam werkelijk betekenis!
Sportief voer de club wél bij de overstap, want zowel in 1936 als in 1937 werd Brabantia gekroond tot landskampioen van de RKF. Tussen de bedrijven door behaalde de club ook nog eens een bejubeld gelijk spel tegen het Oostenrijkse nationale elftal. Eigenlijk was deze periode ook meteen de meest succesvolle in de clubhistorie, maar uiteraard gaat het verhaal verder:
In 1940 gaat de RKF gedwongen op in de (K)NVB. Brabantia gaat automatisch mee. Na 1945 voert die (K)NVB enkele reorganisaties door, waardoor Brabantia, misschien wel tegen wil en dank, in de Eerste Klasse terechtkomt.
Na een goede start, de club wordt in het eerste jaar keurig vijfde, zakt de ploeg weg. Dat ligt niet eens aan de vaak uitstekende spelers, onder wie de legendarische recordspits Coen Dillen, maar vooral ook aan de opkomende concurrentie uit eigen stad. In de achtertuin van Brabantia maakt immers het kapitaalkrachtige PSV furore. Veel spelers vinden een toekomst bij PSV veel aantrekkelijker dan bij het straatarme Brabantia en lopen over...
Brabantia schopt het wel degelijk nog tot het betaalde voetbal: in het seizoen 1954-1955 vinden we ze met twee teams terug in de Eerste Klasse; het ene in de Eerste Klasse B, het andere in de Eerste Klasse C. Er is geen andere club die dat voor elkaar heeft gekregen! Jammer genoeg blijkt het een heilloos avontuur: beide teams eindigen in hun poule op de voorlaatste plaats.
(Zelf vonden we dit een prachtig verhaal, maar inmiddels heeft "Voetbalkroniek" ons er terecht op gewezen dat het niet klopt. Waar in onze bron in de Eerste Klasse C "Brabantia" wordt genoemd, had "Blauw Wit" moeten staan. De waarheid is dus jammer genoeg iets minder smeuïg dan wij hoopten!)
Brabantia is altijd een arme club gebleven, met een bescheiden accommodatie, beperkte toeschouwersaantallen en onvoldoende financiële mogelijkheden. Zelfs het KNVB-minimumcontract voor de spelers (fl. 600,- per jaar, omgerekend naar de koopkracht van toen zo’n € 2.000,-) was een probleem.
Na dat ene seizoen kiest Brabantia als eerste Brabantse club eieren voor haar geld: de vereniging keert vrijwillig en zonder enige spijt terug naar het amateurvoetbal. Daar speelt de club nog steeds en daar vervult ze, trouw als D’n Brab is aan haar beginselen, nog steeds een belangrijke rol in de Strijpse gemeenschap.
Intussen was PSV in 1951 landskampioen geworden. Dat kampioenselftal werd gedragen door maar liefst vijf van Brabantia overgekomen spelers. Misschien moeten we gewoon maar afspreken dat de landskampioen van 1951 niet PSV was, maar dat in dat jaar een veredeld RKVV Brabantia voor de derde keer landskampioen werd....