
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
De geallieerde vliegtuigen waren heel vaak bommenwerpers die bij bombardementsmissies op doelen in Duitsland geraakt werden door Duits afweergeschut (de zogenaamde Flak) of onderschept werden door Duitse jachtvliegtuigen (vooral ’s nachts, tijdens de zogenaamde Nachtjagd). Wij gaan proberen de verhalen achter al deze crashes te achterhalen met behulp van iedereen die ofwel zélf nog herinneringen heeft of de verhalen gehoord heeft van eerdere generaties. Soms is er al veel bekend, soms wat minder.
Op 11 mei 1940 stortte rond 18.00 uur in de Heihoek, langs de Klein Ussenstraat een Duitse Heinkelbommenwerper neer, een HE-111 van 3./KGr 126. Blijkens een rapport van de Osse inspecteur van politie d.d. 29 oktober 1941 was het vliegtuig boven Antwerpen aangeschoten door jachtvliegtuigen en was een van de motoren defect geraakt.
De Duitse piloot, zelf al gewond geraakt door de vijandelijke boordkanonnen, wilde bij Oss een noodlanding maken, maar vloog tegen een aantal bomen op, waarna het toestel neerstortte. Hierbij raakten nog twee van de vier inzittenden (niet ernstig) gewond.
De drie gewonde Duitsers, Heinrich Hill (22); Gustav Grywatz (25) en Karl Zillmer (42), werden naar het St. Annaziekenhuis in Oss gebracht. Het vierde bemanningslid bracht anderhalve dag op het politiebureau door en werd uiteindelijk meegenomen door de Duitse militairen die het wrak kwamen demonteren en opruimen. De drie gewonden zijn een week later per auto richting Nijmegen vertrokken.
Het rapport noemt ook nog drie ooggetuigen, namelijk Hendrika van Venrooij (Klein-Ussenstraat 4) en Wilhelmus L. van der Burgt en Adrianus van der Burgt, beiden wonende aan de Gemertstraat 7. (BHIC, archief gemeentepolitie Oss 1856-1944, toeg.nr 7366, inv.nr. 163, rapport van 29 oktober 1941).
Het is opvallend dat het Verliesregister als piloot van deze bommenwerper Fw. G. Vorbau vermeldt en als bemanningsleden Ogfr. H. Hill, Ogfr. E. Wehner en Uffz. G. Grywatz. Karl Zilmer wordt niet vermeld.
Op 15 oktober 1942 stortte om 22.54 uur één kilometer ten zuiden van het station Oss, in de buurt van Unox, ofwel ongeveer 300 meter ten oosten van de Molenweg een Short Stirling I-bommenwerper van het 214 Squadron neer. Het toestel R9146, call sign BU-S, was op weg naar Keulen en werd neergeschoten door een Duitse nachtjager van I./NJG 1. De akker waarop het vliegtuig neerstortte, was van A. van Erp.
Piloot F/O John Mitchell Paape (28), RNZAF, kwam met zijn voltallige bemanning om: navigator en bommenrichter Sgt. Leslie Frank Meadows (28), boordschutter Sgt. Kenneth Penwill Stibbs (20), boordwerktuigkundige Sgt. Jack Holmes (30), boordschutter Sgt. Harold Hancocks (21), bommenrichter Sgt. Joseph G. Ferris en radiotelegrafist en boordschutter Sgt. Raymond Gerard Brasnett (RCAF) werden allemaal begraven op de Engelse erebegraafplaats in Uden, graven 4 B 7-13.
Op 23 september 1944 kwam rond 18.00 uur in de polder Het Brand opnieuw een Short Stirling IV neer, nu van het 620 Squadron, gevlogen door W/C. D.H. Lee. De Stirling (LJ873) was gehavend en moest in Oss een noodlanding maken.
De bemanning, bestaande uit piloot W/C. D.H. Lee, boordwerktuigkundige F/Sgt. B. Naylor, navigator F/Sgt. E. Pratt, bommenrichter F/Sgt. J.P. Baker, radiotelegrafist P/O A.D. Heard, boordschutter F/Sgt. M. Hennessey en de Air Despatchers Drv. Whomersley Corp. Vicaryt, wist met hulp van het verzet te ontkomen. In de avond van 24 september 1944 waren ze allemaal weer terug in Engeland.
De bommenwerper (net als de andere toestellen van het 620 squadron) deed in september 1944 dienst voor de bevoorrading van de paratroopers tijdens operatie Market Garden. Het was tijdens een van deze bevoorradingsmissies dat de Stirling geraakt werd. Wingcommander Lee werd na de oorlog onderscheiden met het DFC (Distinguished Flying Cross). Radiotelegrafist P/O A.D. Heard was drager van de Distinguished Flying Medal. Met dank aan Jan Ruijs.
Op 7 februari 1945 ten slotte crashte rond 21.30 uur een Lancaster I (NF925) van het 12 Squadron bij de Oijenseweg. De hele zevenkoppige bemanning kwam hierbij om en ligt begraven op de Canadese erebegraafplaats in Groesbeek. Op de boordschutter Philips en de boordwerktuigkundige na waren het immers allemaal Canadezen.
De bemanning ligt niet bij elkaar, zoals zo vaak, maar verspreid over de begraafplaats. De piloot van dit vliegtuig was F/Lt. J.H. Somerville (RCAF). Hij ligt in graf XVII A 14. F/O Hubert Joseph MacMillan (21), bommenrichter RCAF ligt in graf XVII C 3. F/Sgt. Dennis Harold Phillips, boordschutter in graf IX A 9-10, gezamenlijk met F/O James Thomas Collins (21), navigator RCAF. P/O Wilfred Charles Wilson (19), boordschutter RCAF ligt in graf XVII A 11, P/O George Arthur Wood (19), boordschutter RCAF in graf XVII A 10 en Sgt. John Lionel Fryer (19), boordwerktuigkundige in graf XII C 16.
Dit is wat we weten over deze vliegtuigcrashes, met dank aan Jan Ruijs voor zijn aanvullingen (zie hieronder, nu in de tekst verwerkt). Maar wellicht valt er nog wel meer over te vertellen. Zijn er aan de grond nog slachtoffers gevallen of gebouwen beschadigd? En waar zijn de vliegtuigen precies neergekomen? Er zijn vast nog mensen in Oss die er meer van weten!