
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Op 29 juni 1943 kwam om 02.54 een Lancaster I bommenwerper (ED307, call sign KM-R) van het 44 Squadron van de RAF neer in Nuenen, in de Pastoorsmast. Het vliegtuig werd gevlogen door Sgt. Charles Vernon Leslie Hulbert en behoorde bij een grote luchtvloot van 608 vliegtuigen met Keulen als doelwit. Bij deze raid gingen 25 vliegtuigen verloren, die onder andere bij Aalst, Boekel, Netersel, Waalre en Aarle-Rixtel neerkwamen.
De Lancaster van Hulbert werd neergeschoten door de Duitse nachtjager van Major Günther Radusch (I/NJG1), die die nacht ook verantwoordelijk was voor de crashes bij Waalre en Aarle-Rixtel. Alle zeven bemanningsleden, piloot Hulbert, boordwerktuigkundige Sgt. Dennis Mansell Lewis (20), navigator Sgt. Joshua Alan Sykes, bommenrichter Sgt. Arthur Tooth (28), radiotelegrafist Sgt. Thomas Rees Jones (21) en de boordschutters Sgt. George Albert Deney en F/Sgt. Patrick James Galligan (21) kwamen om bij de crash. Zij liggen begraven in Eindhoven (Woensel), graven EE 50-56.
Twee weken later, op 14 juli 1943 om 03.05 uur, was het opnieuw raak. Ditmaal was het een Duitse bommenwerper op zijn terugkeer van een missie naar Hull, die door een Britse Mosquito, gevlogen door F/O Smart van 605 Squadron, werd neergeschoten. De Dornier Do 217M-1, gevlogen door Uffz. Hauck van 2./KG 2 stortte neer in een weiland langs de Voort. De vierkoppige bemanning wist zich per parachute te redden, al raakten de piloot, waarnemer Uffz. P. Kuss en boordschutter Uffz. H. Kluge wel gewond..
Op 31 januari 1944 speelde zich boven Noord-Brabant, zo tussen Gilze-Rijen en Venlo, een hevig luchtgevecht af tussen Duitse Messerschmitts en Amerikaanse P-38J’s (Lockheed Lightning). Aan beide zijden werden zeven toestellen neergeschoten. In tien minuten tijd stortten twee Amerikaanse jagers neer in Nuenen.
Om 15.45 uur kwam 1st Lt. D.L. Steiner met zijn P-38J van het 55FG/38FS neer bij Prinsen-Weide (het gebied ten zuiden van het huidige Prinsenweier), ten noorden van de voormalige Helmondse Dijk. Het toestel sloeg over de kop en brandde geheel uit. De piloot werd postuum onderscheiden met het Purple Heart. Correctie: Steiner stortte niet - zoals Leve - neer in de Prinsenweier, maar bij de Collsche hoeve. (lees de reactie van Yvonne Henderson hieronder voor meer info).
Tien minuten later crashte de 19-jarige 1st Lt. M. Leve, van hetzelfde squadron als Steiner, met zijn P-38J bij de Collse Hoef. [Correctie: dat moet dus zijn Prinsenweier, zie reacties van Yvonne Henderson]. De brokstukken van het vliegtuig lagen over zo’n 400 meter verspreid. Net als Steiner werd Leve eerst begraven in Woensel, na de oorlog herbegraven op de Amerikaanse erebegraafplaats in Margraten en uiteindelijk overgebracht naar de Verenigde Staten. Als gevolg van deze crash raakten enkele mensen licht gewond en een boerderij en een woning flink beschadigd.
Op 22 juni 1944 stortte om 01.12 uur op het Wellenseind een Lancaster I bommenwerper (registratienummer ME675) neer van het 49 Squadron, gevlogen door F/Lt. John Rowland Hill (29). Hij kwam met zijn volledige bemanning om het leven: boordwerktuigkundige Sgt. George Frederick Witty (34), navigator F/O Kenneth Walton Jones (27)(RNzAF), bommenrichter F/Sgt. David Mcfarlane Forsyth Bell, radiotelegrafist en boordschutter Sgt. Thomas Birtwistle Whewell (21) en de boordschutters Sgt. Thomas Albert Hall (23) en F/Sgt. George Frederick Wood.Ook zij liggen begraven op de erebegraafplaats in Woensel, graven KK 74 (Wood), KK 91 (Witty) en KK 85-88 (de anderen).
Deze bommenwerper maakte deel uit van een missie naar Duitsland met de bedoeling een complex van chemische fabrieken in Gelsenkirchen te bombarderen, waar synthetische benzine uit steenkool werd gewonnen. Van de 123 Lancasters die aan het bombardement hadden meegedaan, werden er acht boven Brabant neergeschoten. Behalve in Nuenen, stortten ze neer in Boxtel, Drunen, Helvoirt, Macharen, Riethoven, bij Werkendam in de Biesbosch en Westerhoven.
Op 28 juli 1944 moest de Amerikaanse piloot F/O W.W. Wiley van het 359FG/370FS om 11.40 uur een noodlanding maken met zijn P-51B Mustang (43-6961) als gevolg van brandstoftekort. Hij landde in een roggeveld te zuiden van de Geldropsedijk en kwam er met lichte verwondingen af. De boer bij wie de piloot zich meldde, gaf een en ander door aan de Luchtbeschermingsdienst, waarna de piloot even na 12 uur krijgsgevangen werd gemaakt door leden van de Duitse Wehrmacht en afgevoerd.
Op 19 september 1944 ten slotte, crashte S/Ldr. H.C. Trainor (RCAF) om 17.10 uur met zijn Spitfire LF.IX (JK795) van het 401 Squadron in Gerwen. Trainor was onderscheiden met de Distinguished Service Order en het Distinguished Flying Cross+. Het is onbekend of de piloot het heeft overleefd. Correctie: inmiddels weten we van Ruud Wildekamp dat Tainor veilig met zijn parachute is geland en vervolgens door de Duitsers krijgsgevangen is gemaakt. Wáár precies in Gerwen het vliegtuig is terecht gekomen, is nog een open vraag.